141
Receptuur.
Bevoegd om recepten gereed te maken zijn:
1°. de apothekers
2°. de offn. van gezondheid (Nederlanders);
3°. de apothekersbedienden;
Deze bevoegdheid verkrijgen zij door het afleggen van een examen.
Zijn deze titularissen alleen op grond van dit examen gerouti
neerde en geschikte artsenijmengers?
Daarop moet ik ontkennend antwoorden en wel, omdat de eischen,
die men aan een goed artsenijmenger mag stellen, zeer hoog zijn
Het gereedmaken van artsenijmiddelen bestaat niet in het eenvoudige
mengen van geneesmiddelen en het brengen daarvan in eenigen art
senij vorm. Dit mengen moet oordeelkundig geschieden om allerlei
scheikundige veranderingen, die plaats kunnen hebben, nu eens te
voorkomen dan weer te ondersteunen.
Onophoudelijk doen zich hierbij voor den niet geroutineerde moei
lijkheden voor, die oordeelkundig moeten worden opgelost om te
voorkomen, dat het preparaat, instede van een geneesmiddel, een
vergift wordt.
De geheele receptuur hangt van schijnbare nietigheden aan elkaar;
honderde kleine, zich onophoudelijk herhalende werkzaamheden moe
ten steeds met dezelfde juistheid en accuratesse worden verricht.
Onverschillig of er 10 of 100 recepten op gereedmaking wachten,
steeds moet dezelfde nauwkeurigheid worden in acht genomen; de
apotheker moet zooals men 't noemt dood vallen op een
milligram.
En om dit steeds te kunnen doen, moet de apotheker een hoog
ontwikkeld plichtbesef, groote accuratesse en veel handigheid bezitten
en dit ge kunt mij, die meer dan 15 jaren steeds in apotheken heb
gewerkt, gerust gelooven leert men alleen in de apotheek. De wet
telijke bevoegdheid om te recepteeren maakt nog geen goed receptarius.
De burgerlijke apothekersbediende verkeert in de gunstigste om
standigheden, want hij leerde zijn vak door van jongs af aan in de
apotheek te werken. Onder de mil. apotli. bedienden, gerecruteerd
uit de civiele, heb ik ook zeer vertrouwde, kundige werklieden ontmoet.
De apotheker, voor zooverre hij werd opgevoed buiten de apotheek,
Dl. I, 1891. 10