175
„O'est de qu'a fort bien exprimé l'archiduc Albert dans les ligneS
„suivantes
„„De kleingeestigen munten uit in het kleine, zij houden zich
„„van den morgen tot den avond met nietigheden bezig; zij zijn
„„onverbiddelijk sur l'uniformité absolue de la tenue, op het punt
„„van richtingen en handgrepen, terwijl zij onophoudelijk ingrijpen
„„in de functiën van hunne ondergeschikten. Zij verkrijgen daardoor
„„eene onverdiende reputatie, maken den dienst tot een lastpost,
„„maar zijn bovenal noodlottig omdat zij de vorming van het karakter
„„beletten en het vooruitkomen van bekwame cn flinke officieren
„„stuiten"
„Wanneer eenmaal die bekrompenheid van geest in een leger
„veld gewonnen heeft, haar invloed, van de hoogere sferen afdalende,
„allen heeft doortrokken tot zelfs de rijen der jongste officieren,
„dan gaat zulk een leger zijn ondergang tegemoet. De geestver-
„mogens zija niet meer voor uitzetting vatbaar et bientöt règne
„partout une sorte d'inertie intellect-uelle qui produit ses natures
„rebelles a tout progrès, hostiles a toute réforme, dont nous avons
„vu et dont nous voyons encore tant d'exemples".
Gulden woorden voorwaar! Zjj bevatten een stuk Kulturgeschichte
van het Fransche leger, maar het lijkt wel of ze ook voor ons
geschreven werden.
En aau dien in weinig woorden zoo kenmerkend geschetsten toe
stand paart zich een uiterst trage gang van de promotie! Waar
moet het heen
In een klimaat, dat sloopend werkt op het gestel, waar de grens
van veerkracht der individuen sneller bereikt wordt dan in de ge
matigde luchtstreek, ziet men den infanterie-officier, na meer dan
twintig jaren in subalterne rangen te hebben gediend en, zooals uit den
hiervoren opgeheven tip van den sluier blijken kan, dikwijls nog
hoe eindelijk tot het zoo gewichtig bataljonscommando geroepeu,
gewichtig vooral in ons leger, om redenen een ieder voldoende be
kend en die ik hier daarom niet nader zal behoeven te ontvouwen.
Journal des Sciences Militaires 1886, tome I, page 369.
