V .A R I A., Vereeniging tot onderlinge assurantie van officiers-dienstpaarden. In de jaarlijksche algemeene vergadering, den 22en Januari jl. ge houden, werd door de Directie verslag uitgebracht over den toestand der Vereeniging. Daaruit bleek, dat het aantal ingeschreven paarden op 1 Januari 1891, 189 bedroeg. Gedurende het jaar 1890 moest voor vier paarden gecontribueerd worden van de leden: J. J. ten Siethofif, majoor der Infanterie, G. H. Knoople luitenant der Artillerie, F. J. Oudendalle luitenant-adjudant der Infanterie en A. F. Geill, le luitenant der Artillerie. Die contributiën bedroegen respectievelijk 1.42, 1.30, 1.28 en ƒ1.30. Het fonds dor entrée-gelden bedroeg op 1 Januari 1891: 1.60. In de plaats van den len luitenant der Artillerie M. H. Vis, die Batavia verliet, trad de le luitenant der Artillerie H. Spree als com missaris op. De Directie werd herkozen. Eene eereschuld. (door den oud-hoofdofficier Brutus.) Helaas, wij hadden onzen Van Swieten. Reeds zijn enkele jaren voor bijgesneld, sinds hij uit ons midden werd weggerukt en gelijk bij zijn leven is ook na zijn verscheiden niets gedaan om de nagedachtenis van den waarlijk grooten man te eeren. Onnoodig is het hier de banale uitdrukkingen: „De held van Bali, enz." te herhalen. Ieder, die met de geschiedenis onzer Oost-Indische bezittingen bekend is, weet wie Van Swieten was; ook zal er wel niemand zijn, die dezen doorluchtigen naam

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 190