EENE
NEDERLAAG EN EENE OVERWINNING VAN HET
ENGELSCHE LEGER IN ZULULAND.
Eene krijgsgeschiedkundige studie door E. K. A. de Neve.
Vervolg van blz. 109.)
Te midden van al die toebereidselen had intusschen de Regee-
ringscommissaris ongeveer half November uitspraak gedaan in de
grensquaestie tusschen Zululand en de Transvaal, en wel in dien
zin dat de Bloedrivier als de natuurlijke grens tusschen beide moest
worden aangenomenhoewel hiermede niet volledig was voldaan aan
de door Cetywayo gestelde eischen, was toch de uitspraak ongetwij
feld in zijn voordeel.
Ondertusschen heette het, dat de vijandige houding der Zulu's in
verband met de voortdurende bedreiging door Cetywayo's machtig
leger een bestendig gevaar voor de kolonie Natal opleverde, dat
niet anders kon worden bezworen dan door het inwilligen van eenige
in het belang der kolonie aan de Zulu's te stellen eisehen.
Blijkbaar achtte men het waarschijnlijk dat Cetywayo de uitspraak
in de grensquaestie rustig zou aannemen en eene geschikte gelegen
heid om een schijnbaar rechtvaardigen oorlog te beginnen, zou men
daarmede verzuimd hebben.
Op grond van een en ander deed men de meaedeeling van de be
slissing in de grensquaestie vergezeld gaan van een ultimatum, be
vattende de volgende eischen
1°. Dat de hoofden, die het Natalsche grondgebied hadden ge
schonden bij het achterhalen van vluchtelingen, zouden worden uit
geleverd en zij eene boete van 500 stuks vee zouden betalen.
Dl. I, 1891. 13