190 - 2°. Dat eene boete van 100 stuks vee zou betaald worden voor het aanhouden van een opnemer. 3°. Dat de bedrijvers van een onlangs opBritsch grondgebied tenNoor- den van dePongolo-rivier gemaakten rooftocht zouden worden uitgeleverd. 4°. Dat het Zulu-leger ontbonden moest worden en alleen zou mogen worden gemobiliseerd met toestemming van den grooten Volks raad en van den Engelschen resident. 5°. Dat elke Zulu, op huwbaren leeftjjd gekomen, een huwelijk zou mogen aangaan zonder toestemming des Konings. 6°. Dat in het bestuur des lands veranderingen zouden gebracht moeten worden en beschuldigde personen niet zonder onderzoek zou den veroordeeld worden. 7°. Dat ter hoofdplaats van Zululand een Britsch resident zou worden toegelaten. 8°. Dat de zendelingen en Inlandsche Christenen weder in het land zouden toegelaten worden. 9°. Dat zaken, waarin zendelingen of andere Europeanen betrok ken waren, door den Koning zelf in tegenwoordigheid van den Brit- schen resident zouden worden onderzocht, en dat geen besluit tot uitzetting uit het land zou worden uitgevoerd, dan met goedkeuring van den Britschen resident. Den llen December 1878 werd aan den Tugela-mond een samen komst gehouden van afgezanten van Cetywayo en eene commissie, door den Regeeringscommissaris gezonden, om hun de uitspraak in het hangende geschil mede te deelen en den inhoud van het ultimatum over te brengen Toen aan de afgezanten het weinig minzame tweede gedeelte van de boodschap was duidelijk gemaakt, onder bijvoeging dat den 31™ December een bepaald antwoord werd verlangd, de gevraagde uitlevering moest zijn geschied en de boeten betaald op of vóór den 10en Januari d. a. v., antwoordden zij gedeeltelijk ontwijkend en overigens met de snedige opmerking, niet te kunnen begrij pen, waarom de ontbinding van het Zulu-leger werd verlangd, daar hun vorst toch evenveel recht had een leger te onderhouden als het Engelsche bestuur. Met de mededeeling evenwel, dat over de gestelde eischen niet in discussie kon worden getreden, werd de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 201