191 bijeenkomst opgeheven en konden de afgezanten huns weegs gaan. Hiermede was feitelijk de teerling geworpen, daar het niet twijfel achtig was, dat aan de gestelde eischen niet zou en ook bezwaarlijk kon worden voldaan; dus bleef er niets anders te doen dan zoo danige maatregelen te treffen, dat onmiddellijk na het verstrijken van het ultimatum de inval in Zululand kon beginnen. De streek, die tengevolge van een en ander het tooneel van den oorlog zou worden, beslaat eene oppervlakte van ongeveer 15000 vierkante mijlen (van 22500 KM.2) en draagt over het algemeen hetzelfde karakter als de aangrenzende kolonie Natal. Het terrein bestaat grootendeels uit met hoog gras begroeide kale hoogten met niet te zware hellingen, doorsneden met flink ingesneden rivieren en waterloopen, hier en daar afgebroken door rotsachtige en woeste ge bergten en toppen. De strook langs de kust, ter breedte van 30 tot 60 KM., bestaat uit laag gelegen alluviaal land. "VVater is overal in voldoende hoeveelheid aanwezig, maar de rivieren zijn, behalve bij banjirs, steeds doorwaadbaar. Brandhout is langs de kust en in de meeste valleien gemakkelijk verkrijgbaar, maar in de hoogere streken is het schaars en slecht, daar op de berghellingen en in de ravijnen en kloven in den regel niets anders dan kreupelhout groeit. Eene eigenaardigheid van de landstreek is dat men er een groot aantal alleen staande bergen aantreft, die door de natuur versterkte stellingen opleveren van dien aard, dat zij als het ware onneembaar moeten geacht worden. Sommige hebben steile, naakte, rotsachtige wanden, zoodat de top alleen kan bereikt worden langs een twee- of drietal smalle paden, begrensd door steile, soms overhangende rotsen, waar enkele dappere schutters een geheel leger kunnen tegen houden. Het hoogste gedeelte van die bergen wordt gevormd door plateau's, goed van water voorzien en die goeden weigrond hebbeD, zoodat de verdedigers het aldaar een onbepaalden tijd kunnen uit houden. Als een gevolg van de ligging op eene breedte van 27 a 29° Z. B. is het klimaat langs de kust warm, vochtig en koortsachtig, maar in de hoogere streken, die gemiddeld eene hoogte van 1000 M. be reiken, is de lucht droog en opwekkendgedurende den veldtocht bleek het klimaat aldaar buitengewoon gezond te zijn. De eerste

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 202