196 voeding, steunende op vrees voor lichaamsstraffen (1). Zulk een stelsel van opvoeding nu, zegt die schrijver, was sedert geslachten bij de Zulu's in toepassing gebracht, alle landswetten en gebruiken waren er op ingericht om de geschiktheid voor den oorlog te ontwikkelen en eene deugdelijke militaire organisatie te bevor deren, waaraan alles ondergeschikt was gemaakt. Gevaarlijke oefe ningen, de ruwste gebruiken en wreede strafoefeningen werkten samen om gevaren met onverschilligheid onder de oogen te leeren zien en doodsverachting op te wekken. Op de meeste overtredingen stond de doodstraf, zoo o. a. op het sluiten van een huwelijk zonder toestemming des Konings, en door al die middelen was langzamer hand het geheele volk zoodanig gekneed en gevormd, dat gevaren weinig werden geteld en met ware doodsverachting in den oorlog gestreden werd. Lafhartigheid in den strijd werd eveneens met den dood gestraft en, ten einde die straf zoo smadelijk mogelijk te maken, werd zij door eene vrouw voltrokken, die den delinquent de speer bjj den schouder langzaam in het lichaam stiet totdat zij beneden de maag te voorschijn kwam. Met zekere zelfvoldoening zegt die schrijver bij het mededeelen zijner denkbeelden ook, dat het in den aard van het Angel-Saksische ras ligt, neiging te koesteren voor echt mannelijke oefeningen, die sterke beweging noodig maken met meer of minder gevaar voor lichamelijk letsel en zelfs voor het leven en die het lichaam harden tegen vermoeienis en pijnlijke aandoeningen. Die neiging tot gesta dige ontwikkeling en oefening van het lichaam zit in het bloed, en het gevolg daarvan is een graad van physiek weerstandsvermogen, zooals men elders slechts zelden aantreft en die nergens wordt over troffen. In die redeneering is zeker veel waars gelegen en de daarin ge- (1) The negro as a soldier, by general Viscount "Wolseley. Fortnightly review, December 1888. In dit artikel zegt de schrijver o. m. met zekere instemming het volgendeThe best oommander in our Kafir wars whom I ever knew, onee said to me that he al ways estimated the difficulties he had to encounter in the following order of gravity, first his own artillery, then his own regular oavalry and lastly his recognised enemy, the Kafirs.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 207