198 fanteriekorpsen werd aangewezen tot bezetting van de operatiebasis en het andere bij de rechtercolonne kon worden ingedeeld. Den 6°n Januari was de marine-laudingsdivisie versterkt door een detachement matrozen en mariuiers van het oorlogsschip Tenedos. Op den 10en Januari was de geheele troepenmacht gereed om de grens te overschrijden en de uitrusting dus voltooid. Het geheel had de volgende indeeling en samenstelling. De rechtercolonne, opgesteld aan en bij den mond van de Tugela, stond onder bevel van den kolonel der infanterie Pearson en telde do volgende troependeelen 3e regiment infanterie 2e bataljon (8 compagnieën), 90e (6 compagnieën), marine-artillerie, twee 7 iÈers, 1 Gatling-kauon en drie vuurpijltoestellen, één sectie bergartillei'ie (twee 7 ®ors), 2e compagnie genietroepen, marine-landingsdivisie, 2° eskadron bereden infanterie, 2C regiment Natalsche hulptroepen, 2e compagnie Natal pioniers (Inlanders), Natal huzaren, bereden jagers van Durban, Alexandra, Stanger, n Victoria. De sterkte dezer colonne bedroeg: staven en diensten 20 infanterie1517 artillerie23 cavalerie312 hulptroepen2256 geleiders, drijvers en voorloopers. 622 Totaal4750 officieren en minderen met een trein van 3128 ossen, 116 paarden, 121 muildieren, 384 wa gens en 24 karren. Door den zwaren stroom in de Tugela, tengevolge van de gevallen regens, vorderden de maatregelen om den overtocht over de nagenoeg

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 209