206
naam van den Regeeringscommissaris, de uitlevering der overtreders werd
gevorderd en de betaling eener boete in vee werd geëischt binnen een
tijdsverloop van twintig dagen voor het niet inwilligen der vroegere
vorderingen.
Dat tijdsverloop van twintig dagen was den 31en December verstre
ken en daar aan de gestelde eischen niet is voldaan, heeft de Regeerings
commissaris de hoop verloren dat de Zulu-vorst geneigd is te voldoen aan
de vorderingen, welke de Regeering van H. M. de Koningin van Enge
land het recht heeft te doen.
De Regeeringscommissaris meent in een en ander het bewijs te moeten
zien van vijandige gezindheid en is van oordeel dat die weigering niet
bevorderlijk kan zijn aan het bewaren van den vrede tusschen de Zulu's
en de onderdanen van Hare Britsche Majesteit in Zuid-Afrika,
Ik maak daarom hiermede bekend, ter informatie van Cetywayo en
het geheele Zuluvolk, dat ik de verdere behandeling van deze en andere
eischen tot herstel van grieven heb overgegeven aan Zijne Excellentie
den luitenant-generaal Lord Chelmsford, commandant der troepen in Zuid-
Afrika, met uitnoodiging aan Z. E. om maatregelen te nemen tot be
scherming van het Britsche grondgebied tegen verdere gewelddadigheden
en den Zulu-vorst te dwingen aan de gestelde eischen te voldoen, zoowel
ten opzichte van de voldoening aan het Engelsche bestuur verschuldigd,
als voor de meerdere veiligheid van het Engelsch grondgebied en een
beter en meer vredelievend bestuur van de Zulunatie.
De luitenant-generaal Lord Chelmsford zal zorg dragen ter kennis te
brengen van alle Zulu-hoofden en minderen, waarmede aanraking verkre
gen wordt, dat de eischen aan Cetywayo gesteld evenzeer in het belang
zijn van de Zulunatie als van de Britsche natie en dat Z. E. tot den
11™ Januari zal ontvangen en overbrengen elke mededeeling van on
voorwaardelijke en volledige onderwerping aan de eischen, den 11™
December gesteld.
Bijaldien zulk eene mededeeling door den commandant der troepen vóór
den 11™ Januari wordt ontvangen, zullen geen vijandelijkheden worden
gepleegd, tenzij die doordeZulu-strijdkrachten worden noodzakelijk gemaakt.
De opperbevelhebber zal zijne troepen zoodanig opstellen, als met het doel
zijner opdracht overeenkomt en zal tot den 11™ Januari bereid zijn zoo
danige stappen van den Zulu-vorst in overweging te nemendie kunnen
leiden tot de bereiking van het doel, met de gestelde eischen beoogd.
Wanneer echter vóór of óp den 11™ Januari de onderwerping aan
de gestelde voorwaarden niet volgt, zal de opperbevelhebber niet meer