LEEKEN-IDEEEN OVEK MILITAIR RECHT.
Vervolg en slot van blz. 131.)
Yoor de Inlandsche soldaten is de straf van rietslagen doelmatig
en noodig. Hoe menigmaal toch komt het voor, dat een Inlandsoh
fuselier eenige dagen mankeert in het kwartier om ten slotte door
de politie te worden teruggebracht in een kostuum, hetwelk van dat
van Adam alleen verschilt door een dun om de ledenen geslagen
stukje katoen. Twintig rietslagen, toegediend in het kostuum,
waarin hij zich niet schaamt te loopen, zouden betere uitwerking
hebben dan eene opsluiting in een arrestkamer. Dit laatste is
juist iets, waaraan de indolente aard van den Inlander behoefte heeft,
vooral na ettelijke dagen van rondzwerven.
Het goedverkoopen van Inlanders zou veel meer voorkomen,
wanneer men niet een middeltje had gevonden, om de voorschriften
te ontduiken. Het Regl. van Krijgstucht toch noemt in art. 19 het
verkoopen van kleedingstukken een strafbare disciplinaire overtre-
ding, en in plaats dat dit verkoopen gestraft wordt, geeft men
den schuldige een paar dagen tijd, na verloop van welken tijd
hij te zorgen heeft, dat het verkochte kleedingstuk weer in zijn bezit
is. Zeer dikwijls kan de soldaat dan later het vermiste stuk ook
weer vertoonen en hij wordt dan niet gestraft.
Men moet erkennen dat dit een zeer practisch loopje is, doch men
moet niet vragen op welke wijze het verloren schaap terecht wordt
gebracht. Wil men namelijk een goed resultaat zien, dan moet
men het Inlandsche kader met straf bedreigen, wanneer het verkochte
goed niet terecht komt. Het gevolg hiervan is, dat het kader,
wanneer het kleedingstukken over heeft, deze op crediet aan de
fuseliers verkoopt, of wel hun ondergeschikten hiertoe overhaalt.
"Vooral nu men bij de Alg. Order 1890 No. 6 aan de militairen
de vrije beschikking laat over het aantal kleedingstukken, dat zij
boven een aangegeven maximum bezitten, werkt dit stelsel het on-