209 derling verkoopea vaa kleeding maar al te zeer in de hand en wordt er een toestand geboren, zoo krijgstucht-ondermijnend, dat men het middel erger mag noemen dan de kwaal. Het treurigste van alles is, dat hier officieren, onder welke hooggeplaatste, aan de gegra dueerden leeren, dat men van tijd tot tijd met de bestaande voor schriften moet schipperen. De gedachte, dat men de rietslagen ooit weder zou willen in voeren, nu zij eenmaal zijn afgeschaft, ligt verre van mij. Ik weet te goed, dat het philantropisch windje, dat naar Indië is overge waaid en dat ons deze zoo doelmatige straf heeft ontnomen, tot een orkaan zou aangroeien, wanneer iemand er het voorstel toe zou durven doen. Toch wensch ik met een paar woorden aan te toonen, dat de argumenten, door de voorstanders der afschaffing aangevoerd, onpractisch zijn. Dat de straf in hooge mate doelmatig is, zal ieder toegeven die bij een strafdetachement heeft waargenomen, in welk een minimum van tijd men den onwilligsten soldaat kan herscheppen in een bruikbaar en handelbaar militair. Maar, zoo voert een der tegenstanders aan „wie zal beweren dat de rotting een soldaat heeft opgeheven in mo- „reelen zin, dien lijder in moreelen zin heeft hunnen genezen?" (Ind. Mil. Tijds. 1886, deel I.) Eilieve, geachte tegenstander, beschouw eens goed de arrestanten kamers van het nieuwste model, bestaande uit eenige naast elkaar gebouwde cellen, die gesloten worden door eene deur in den vorm van een ijzeren hek, zoodat het geheel eene groote overeenkomst heeft met de kooieu, waarin men wilde beesten opsluit. En die beesten bewegen zich vrij en los in hun kooi, de soldaten met zware ijzeren boeien aan handen en voeten. Zou men nu een soldaat in moreelen zin zooveel hooger opheffen door hem op te sluiten als een wild beest, ja hem nog minder vrijheid van beweging te geven dan zulk een dier Het is niet waarschijnlijk, doch zeker is het, dat het Indische leger te veel practischen dienst moet verrichten, om behoefte te kunnen hebben aan wijsgeerige beschouwingen, vooral niet als van tijd tot tijd personen worden aangenomen, die van alles voorzien zijn behalve van moreel.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 220