220 dan tot voltooiing van het misdrijf dienen. De grens tusschen han delingen, welke tot voorbereiding dienen en die, welke een begin van uitvoering vormen, is moeilijk te trekken. Sommigen vatten de laatste uitdrukking zóó streng op, dat zij alle handelingen voorbe reidend noemen, die van misdrijf zelf geen deel uitmaken. „Zoo wordt door enkele schrijvers geleerd, dat de dief, die in eene „woning klimt of inbreekt, of met valsche sleutels een kast ontsluit, doch „door den bewoner wordt verhinderd in de volvoering van zijn plan, „niet schuldig zoude zijn aan poging tot diefstal, omdat de braak, de „inklimming, het gebruik der valsche sleutels slechts voorbereidende „handelingen zijn, om tot den diefstal te kunnen geraken, doch geen „begin van uitvoering van den diefstal zeiven." (1) Ware dit de bedoeling van den wetgever, dan zou bij misdrijven als diefstal, doodslag, enz. van poging geen sprake kunnen zijn, om dat het begin van uitvoering tevens de voltooiing van het misdrijf is. „Do moeilijkheid evenwel om te bepalen, wanneer eene handeling als „een begin van uitvoering kan worden beschouwd, heeft in Nederlandsch- „Indië de jurisprudentie omtrent poging wisselvallig gemaakt.". (2) Dus niettegenstaande de kunstige volledigheid toch wisselvalligheid. Laat ons voor die wankelende jurisprudentie hopen, dat alle rechters met Mr. de Gelder aannemen, dat het begin van uitvoering aanwezig is, zoodra de dader die handelingen pleegt, welke voortgezet nood wendig tot de volvoering van het misdrijf zouden leiden. Een laatste vereischte, hetwelk de wet vordert is, dat de dader door toevallige of van zijn wil onafhankelijke omstandigheden in de uitvoering van het misdrijf is weerhouden, of dat zijne handelingen hierdoor hare uitwerking hebben gemist. Is de dader bijv. niet geslaagd, omdat hij tijdens het plegen van de daad berouw krijgt over zijne handelingen en er daarom mede eindigt, voor en aleer hij betrapt wordt, dan is de poging wel aanwezig maar niet strafbaar, want de dader is alsdan niet weerhouden door omstandigheden onafhankelijk, doch afhankelijk van zijn wil. Is hij niet geslaagd, omdat de door hem genomen maatregelen (1) Het strafrecht in Jfed. Indië door Mr. W. de Helder, deel I, blz. 67. (2) Idem, blz. 70.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 231