240 schijven en kan ten slotte altijd draaibaar gemaakt worden. Tegenover de genoemde voordeelen staat echter het nadeel, dat de seinen met den toestel met wijzers gevormd, althans de Dachtseinen minder duidelijk zullen zijn. Voor het seinen op groote afstanden is de toestel dus minder geschikt dan die met schijven, waaraan wij dan ook in het algemeen de voorkeur geven. 7. Het seinen met tüsschenstations. Is de afstand tusschen de seinende stations zoo groot dat de seinen onduidelijk worden, alsook wanneer die stations elkaar niet kunnen zien door het een of ander tusschengelegen terreinvoor- werp (heuvel, bosch en dgl.), dan richt men een of meer tüsschen stations op, dat (die) van uit de beide hoofdstations zichtbaar ia (zijn). Wenscht nu een der laatstgenoemde met het andere te telegra- pheeren, dan roept het op en seint, alsof het tussehenstation hoofd station warehet tussehenstation neemt alle seinen van het telegra- pheerende station over, zooals die door dit laatste worden gemaakt en zonder zich met de beteekenis er van in te laten. Het ontvangende station ziet dus de seinen op geheel dezelfde wijze, als ze door het seinende station worden gegeven. 8. Het seinen met verschillende stations gelijktijdig. Wanneer een station wil seinen met eenige andere stations gelijk- tijdig, dan roept het op, wat door alle stations wordt herhaald. Daarop wordt, als men den toestel met schijven gebruikt (bij dien met armen is dit onnoodig), de letter D geseind, althans als men de eerste schijf niet gemarkeerd heeft. Het seinen van de letter D is daarenboven alleen dan noodig, als men zoowel met achter als vóór het seinende station gelegen punten wil telegrapheeren, waarvan dus de achtergelegene punten de seinen omgekeerd zien. Dit omgekeerd aflezen heeft voor iemand, die slechts eenigszins geoefend is, hoegenaamd geen bezwaar.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 253