14 Natal niet te zullen verlaten; hare diepe godsdienstzin deed haar die wraak beschouwen als een Gode welgevallig werk en daarbij op den steun des Allerhoogsten met volle vertrouwen rekenen. De Boeren waren echter in den eersten tijd te zwak en onvol doende uitgerust om iets te ondernemenhierin kwam verandering door een nieuwen toevoer van emigranten van over het gebergte, die tot hulp en steun van hunne land- en lotgenooten kwamen aan zetten ook de Engelschen van Port Natal boden hun hulp, daar ook zij den dood van eenigen hunner hadden te wreken en boven dien na het gebeurde zich ook niet meer veilig waanden. Gezamenlijk werd daarom besloten den gemeenschappelijken vijand in ziju eigen land aan te tasten; ongelukkig kon men niet tot vol ledige samenwerking geraken, zoodat twee afzonderlijke expedities werden uitgerust en zelfs bij elk dezer liet de eensgezindheid nog veel te wenschen over, zoodat de uitslag zich niet als gunstig liet voorspellen. In de eerste dagen van April trokken de beide expedities uit. Die van Port Natal bestond uit ongeveer twiutig Engelsche han delaars en jagers, een gelijk getal Hottentotten en 1000 tot 1500 Zulu's, uit hun eigen land gevlucht en op wier trouw men dus kon rekenen. Na vier dagen kwam men aan een Zulu-kraal, die gedeel telijk verlaten was en gemakkelijk in bezit genomen werd men maakte daar een buit van drie a vijf duizend stuks vee en van een groot aantal vrouwen en meisjes. Tegen zulk een buit waren de zwakke banden, welke het geheel bijeenhielden, niet bestander ontstond twist en na verdeeling van den buit keerde men bij gedeelten naar Port Natal terug. Middelerwijl rukten de Boeren onder de commandanten Potgieter en Uys aan op de verblijfplaats van den Zulu-vorst; zij waren in het geheel 347 man sterk. Zelfs wanneer men in aanmerking neemt dat allen geweren hadden en bereden waren, dan nog blijft die tocht, met de wetenschap dat Dingan miustens een 100 maal sterker leger, bestaande uit geoefende, gedisciplineerde en goed gewapende soldaten tegen hen over kou stellen, een van de koenste ondernemingen, waar van de geschiedenis weet te gewagen, en die eerst in het rechte licht verschijnt, wanneer men haar vergelijkt met de macht die door

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 25