253 evenwel volmaakt onmogelijk dat zulks alleen van ons zou uitgaan, en dikwijls, als onze wijze van optreden niet strookt met van die het geheel, ligt de schuld daaraan, dat zeer weinig wordt gedaan van de zijde van welke wij dat rechtens mochten verwachten, om onze samenwerking met de infanterie te verkrijgen en te behouden. Onze positie zal steeds eene onbevredigende blijven, zoolang „die artillerie" niet wordt beschouwd en erkend als „onze artillerie." Evenals onze hoogere leiders ons slechts dan behoorlijk kunnen leiden als zij omtrent den algemeenen toestand georiënteerd zijn en blijven, evenzoo kunnen wij in teehnisehen zin slechts dan voldoen, als onze batterij-commandanten bij het stelling nemen kort maar zeer duidelijk hun opdracht afgebakend krijgen. Bij kleine troepenverbanden of in den aanvang der gevechten kan de batterij-commandant verkennen; in 't verloop van gevechten nimmer of slechts bij zeer hooge uitzondering. Meestentijds wordt de Bij.-Ct., als hij in eene batterij-stelling is, zelfs als hij zich ergens in eene rendez-vous stelling bevindt, plotseling met zijne batterij gehaald om van positie te veranderen of eene stelling in te nemen en een geheel andere opdracht te volvoeren. Hij heeft dan geen tijd om extra voor zich te verkennen; vooral niet in vervolgingsgevechten; reden te meer waarom vooral hier in het geven der dispositiën groote zekerheid en in 't begrijpen dier orders groote vaardigheid moet bestaan." Aangezien onze te volgen tactiek grootendeels van onze te be reiken vuuruitwerking afhangt, doen wij die hier aanstonds volgen. Proj ectielwerking. !/2 MY02 33 M. T. d. i. 50 per KG. buskruit. Va MY4|00= 9 M. T. 0 75 Krupp verkreeg met Y0 420 M. Wij verkrijgen met id. J Y0 392 M. Het verlies aan levende kracht is alleen te wijten aan den lucht- Dl. I, 1891. - 17 4,o (1) Deze getallen gelden ons veldgeschut, niet ons berggescliut. Die van het berggesohut, lading 0,45 KG., zijn kleiner.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 266