16 dat zeker een der bloedigste was, ooit in die streken geleverd, Drie- maal werden de verwoede aanvallen der Zulu's afgeslagen, doch de vierde maal, nadat de vijand aanzienlijke versterkingen had bekomen, werd het kleine legertje in tweeën geseheideneen van die gedeelten trachtte te vluchten, doch dit gelukte slechts aan drie Engelschen, twee of drie Hottentotten en ongeveer 500 inboorlingen. Het tweede gedeelte kon geen uitweg vinden en verdedigde zich met den moed der wanhoop tegen de voortdurend, ondanks groote verliezen, her haalde aanvallen, totdat de laatste man zich doodgevochten had. Dertieu Engelschen en 1000 inboorlingen verloren bij die gelegenheid het leven, doch ook de lijken van ongeveer 3000 aanvallers bedekten het slagveld. Ha deze overwinning trok Dingans leger naar Port-Natal en bleef daar negen dagen, alles vernielende of wegvoerende wat daarvoor vatbaar was, terwijl alle Europeanen op een in de haven liggend schip de wijk hadden genomen. Met dien noodlottigen afloop was natuurlijk, in hoofdzaak door gebrek aan samenwerking, de geheele zaak mislukt, daar ook de Boeren-colonne intusschen naar Natal was teruggekeerd. Hoewel nu in den eersten tijd nog voortdurend door Zulu-banden aanvallen werden gedaan op Boerennederzettingen in Natal, echter zonder succes, werd het plan om den gruwelijken moord te wreken geenszins opgegeven; door allerlei omstandigheden hoofdzakelijk door gebrek aan behoeften van allerlei aard duurde het evenwel een geruimen tijd, voordat het voornemen daartoe weder kon worden opgevat. Eerst nadat nieuwe emigranten uit de Kaap in Natal waren aangekomen en Andries W. J. Pretorius „een man van groote geest kracht en bekwaamheden", onlangs in het land gekomen, tot comman dant-generaal was verkozen, konden de noodige maatregelen voor den tocht worden genomen. In het begin van December stond onder aanvoering van den com mandant-generaal Pretorius andermaal eene Boerencolonne van 464 man gereed om Zulu-land binnen te trekkenéén Engelschman van Port Natal had zich daarbij gevoegd; anderen steun had men niet; het vertrouwen op God en op eigen krachten was ook ditmaal oor zaak dat de gevaarlijke onderneming moedig werd aangevangen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 27