275 E. Be bijdragen. Art. 26. Ieder, die zioh als lid laat inschrijven, betaalt f 1 entree tot tege moetkoming in de administratiekosten. Eenmaal die entree betaald hebbende, wordt deze bij inschrijving van een nieuw paard niet meer gevorderd. Art. 27. Bij verlies van een paard wordt de aan den eigenaar uit te keeren som door het Bestuur omgeslagen over de overige leden, met dien ver stande, dat de bgdrage, van ieder lid te vorderen, niet meer mag be dragen dan 10 in eens en per paard. Art. 28. Een deelnemer, in gebreke blijvende zijne verschuldigde bijdragen te voldoen, houdt op lid der Yereeniging te zijn en kan nimmer meer lid worden. Art. 29. Het Bestuur kan over het fonds ter bestrijding van administratie kosten beschikken, om de uitkeeringssom spoedig aan den daarop rechthebbende te kunnen uitbetalen, wannéér met het innen van enkele contributiën van buiten Batavia wonende leden te veel tijd verloren gaat; de schade, welke daaruit mocht voortvloeien, komt ten nadeele van dat fonds. Art. 30. Alle onkosten tengevolge van het overmaken van gelden komen voor rekening van de leden. Eene opmerking in het belang der reinheid onzer soldaten. Naar aanleiding van de in 't slot van de 12e aflevering van den vorigen jaargang gedane oproeping wensch ik een klein steentje bij te dragen tot de rubriek „Varia" door de aandacht te vestigen op een gebrek, dat moeielijk ronduit omschreven, doch met een beetje goeden wil toch wel begrepen kan worden. I)e meeste kampementen verheugen zich tegen woordig in doelmatige accessoiresgoede badkamers, flinke vrouwenlood- sen, nette privaten enz. Doch op deze laatste ontbreken zekere voorwer pen, die bij eiken Europeaan, hoe arm ook en bij eiken Inlander van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 288