281 op de linkerborst gedragen worden, en ziet men ze somtijds naast de zilveren of bronzen medaille en eereteeken voor belangrijke krijgsbedrijven, maar meermalen er onder. "Waren de afmetingen van een en ander niet zoo overdreven groot, alle teekens zouden naast elkaar een plaats kunnen vinden en 't gelieel zou vrij wat netter staan dan thans het geval is. v. S. CORRESPONDENTIE. Overste Catenius te Padang. Uw beide brieven zijn in goede orde ontvangen. Door de redactie wordt, overeenkomstig uw verlangen, op na der bericht gewacht. V. S. te A. Uw bijdrage voor de rubriek „Varia" heeft in deze aflevering een plaats gevonden. Dank. le luit. artie. J. B. Zon te Banjermasin. Dank voor uw opstel; het zal zoo spoedig mogelijk geplaatst worden. Wolfram. Uwe verschillende bijdragen in dank ontvangen. Eéne er van is in deze aflevering opgenomen. Zooals U zult bemerken, is Uw brief van 28 Februari j. 1. tijdig bij de Redactie ontvangen. E. A. A. v. H. Aan een critische beschouwing over „Leekenideeën over militair recht" zal gaarne een plaats worden ingeruimd, wanneer de afmetingen van het stuk binnen bescheiden grenzen blijven één vel bijv.). Militair Recht is een onderwerp, dat wil het belangstelling blijven wekken, vooral niet te dikwijls aan de orde moet worden gesteld. Kap. E. K. A. de Neve. Uw opstel over den stand van het geweer- vraagstuk in orde ontvangen. Kap. M. C. van Rouveroy van Nieuwaal. Uw ter aankondiging in het Ind. Mil. Tijdschrift toegezonden werk: „De postduif in dienst van den oorlog en van den vrede" is te laat voor deze aflevering ontvangen. De volgende maand. Eed.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 294