EENE NEDERLAAG EN EENE OYER WINNING YAN HET
ENGELSCHE LEGER IN ZULULAND.
Eene krijgsgeschiedkundige studie door E. K. A. de Neve.
III.
Met platen II en 111.)
Vervolg van blz. 207.)
Reeds vroeg in den morgen van den 12en Januari 1879 begon
de rechtercolonne haren overtocht over de Tugela, waarbij geen
tegenstand werd ondervondende bezwaren, aan het overtrekken der
rivier verbonden, waren evenwel van dien aard, dat eerst den 18en
Januari, na het aanleggen van een versterkt depot op den linker
oever, de marsch kon worden voortgezet.
Hoewel men aanvankelijk ook daarbij geen ontmoetingen met den
vijand had, vorderde de marsch, zoowel door den toestand van het
terreinvan de rivieren die moesten doorgetrokken worden, als door
de afmetingen van den treinslechts zeer langzaam.
Den 22en Januari trachtte de vijand het verder voortrukken van
de colonne te beletten waaruit zich een gevecht ontspon tengevolge
waarvan de Zulu's met een verlies van ongeveer 300 man het veld
moesten ruimen en de colonne een verlies leed van 10 dooden en
16 gewonden. Den volgenden dag werd het object Ekowe bereikt.
De eerste dagen werden nu besteed aan het versterken van de
aanwezige gebouwen en het bijeenbrengen van de noodige voorraden
aldaar, waartoe den 25en Januari 48 ledige wagens onder een be
hoorlijk geleide naar de beneden-Tugela werden gezonden.
Van het onderhouden van gemeenschap met de andere colonnes
was geen sprake geweest en ook met de basis was deze zeer onge-
Dl. I, 1891. 19
ISANDHLWANA.