18 geraamten gevonden van Retief en zijne lotgenooten, daar tien maan den geleden vermoordde lijken waren daar blijkbaar na den moord onaangeroerd blijven liggen, zelfs de riemen, waarmede de slachtoffers gebonden en weggesleept waren, werden aan de geraamten terugge vonden; alle schedels waren verbrijzeld, waaruit de zorg bleek, waarmede de moord had plaats gehad. Het geraamte van Retief werd herkend aan eenige overblijfselen zijner kleeding en aan een lederen tasch over den schouder hangende, waarin het geschreven bewijs van den afstand van Natal goed geconserveerd werd aange troffen. Eene poging om Dingan te achterhalen misluktede daartoe uit gezonden macht werd in een gevecht gewikkeld, dat zij ten koste van 11 dooden moest afbreken. Het geheel keerde vervolgens naar Natal terug; onderweg werden nog een 5000-tal runderen buit ge maakt. De Boeren, die zich intusschen hadden geconstitueerd tot de on afhankelijke Natal-republiek, ongeacht de bezetting van Port Natal met een detachement Engelsche troepen van de Kaap in het laatst van 1838, waren nu wel voorloopig van overlast van den kant der Zulu's bevrijd, maar hadden daarmede nog geen vergoeding gekregen voor de geleden verliezen en zij hielden niet op die van Dingan te eischen; deze echter, hoewel in de verschillende gevechten een 10000 tal strijders verloren hebbende, was daartoe niet genegen, hoewel hij een gedeelte van den gemaakten buit liet teruggevèn. Toen dan ook eindelijk in Zululand zich een krachtig verzet te gen de bloeddorstige dwingelandij van Dingan begon te openbaren en Panda, een broeder van den vorst, met zijn aanhang in Septem ber 1839 in Natal kwam, om den steun der republiek tegen zijn broeder te vragen, was men van die zijde, na zich van 's mans goede bedoelingen overtuigd te hebben, al spoedig geneigd zijne partij te kiezen, te meer daar hij aannam, alle geëischte schadevergoeding te voldoen. Den 14™ Januari 1839 trok nu andermaal eene Boeren-colonne van 400 man tegen Dingan te velde, ditmaal vergezeld van 6000 aanhangers van Panda, onder een van diens onderbevelhebbers. Bij deze gelegenheid kwam de Boeren-colonne nagenoeg niet met de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 29