288 dat het le bataljon van het 24c regiment in de onmiddellijke nabijheid daarvan gelegerd werd en de hulptroepen op den anderen vleugel kwamen, vanwaar men bovendien van meening was, geen aanval te duchten te hebben. Ten Oosten van het aldus gevormde kamp strekt zich tot op een afstand van ongeveer 12 KM. een open vlakte uit, op verscheidene plaatsen door grootere en kleinere waterloopen en stroompjes door sneden. Zij heeft eene breedte van ongeveer 6 KM. en wordt ten Kooiden en ten Zuiden begrensd door twee nagenoeg evenwijdig loopende heuvelrijen, welke haar als het ware insluiten. Voor eene eventueele verdediging van het kamp waren verster kingen, hindernissen noch iots van dien aard aangebracht; de bewa- king geschiedde door een keten van vedetten op een afstand van 3 a 4 KM. en door infanterie-veld wachten op korteren afstand. Eik van de vier aanwezige bataljons had eene compagnie (dus 1 /s Vïo c^er sterkte) op voorposten, 's Kachts kwam de lijn der veld wachten op 450 M. van de tenten en vormde dan een tegen den heuvel sluitenden nagenoeg aaneengesloten kring, terwijl op een heu vel, op ongeveer 1100 M. ten Noordeu van het kamp, eeD gedeta cheerde post van de hulptroepen stond tot bewaking van een voet pad, dat vandaar naar beneden leidde. De opperbevelhebber kwam met zijn staf om 12 uur in het kamp aan en begaf zich een uur later op verkenning met een escorte bereden infanterie naar eene plaats bekend als Matyana's sterkte en op een afstand van 12 a 15 KM. ten Z. O. van het kamp gelegen; om 6 uur 30 nm. keerde men van die verkenning terug en daar de tijd tot een behoorlijk onderzoek ontbroken had en men zekere berichten had ontvangen, dat zich in het bewuste terrein vele vijanden op hielden, werd besloten de verkenning den volgenden dag met eene grootere macht te herhalen. Deze verkenning geschiedde den daaropvolgenden dag door twee colonnes, waarvan de eene bestond uit 8 compagnieën van elk der 2 bataljons hulptroepen onder den commandant Lonsdale, die in Zui" delijke richting moest marcheeren en om 4 uur 30 vm. afmarcheerde, en de andere, bestaande uit 150 man bereden troepen onder den majoor Dartnell, den bestaanden weg moest volgen en één uur later afmar-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 301