291 vangen van het bovenvermelde bevel van den opperbevelhebber, mar cheerde die troepenmacht, gevolgd door een trein van 10 wagens, om 7 uur 30 vm. af naar Isandhlwana, waar zij om 10 uur vm. aankwam en de troepen nog steeds onder de wapens vond staan. De kolonel Durnford nam daarop het commando over van den luitenant-kolonel Pulleine, die hem mondeling inlichtte omtrent de sterkte der troepen in het kamp en de ontvangen bevelen. Vernemende dat eene Zulu-colonne een uur geleden ton N. van het kamp gezien was, zond de kolonel Durnford één troop bereden Basuto's. terug tot bescherming van zijne nog niet aangekomen voertuigen en twee troops naar de Noordelijke heuvelrij op verkenning, terwijl hij zelf de Oostelijk gelegen vlakte introk met de overige twee troops, de vuurpijlbatterij en een compagnie v/h le bataljon 1° regiment hulptroepen. Naar het schijnt, had hij ook nog twee compagnieën v/h 24e regiment willen medenemen, maar de luitenant-kolonel Pulleine bracht daartegen bedenkingen iü, als niet strookende met de ontvangen bevelen, zoodat daarvan werd afgezien. Het doel van deze beweging, die om 1 luur vm. werd aangevangen, was om de beide Zulu-colonnes, die volgens het ontvangen bericht waren teruggetrokken, te beletten zich te voegen bij den vijand, waarmede toen de opperbevelhebber verondersteld werd, in aanraking te zijn. Vóór den afmarsch gaf kolonel Durnford den last om de hoogten, op 1400 M. ten N. van het kamp gelegen, te doen bezetten door één compagnie v/h le bataljon 24e regiment (luitenant Cavayc) de onder de wapens staande troepen rukten nu in en alles ging weer aan de gewone werkzaamheden. Om 12 uur, terwijl de kolonel Durnford nog steeds afwezig was en men in het kamp bezig was, het eten gereed te maken, werd plotseling een aanhoudend vuren gehoord van den heuvel, waar de compagnie van luitenant Cavaye was opgesteld. Naar het schijnt, was een der op verkenning uitgezonden Basuto- troops, na ruim 4 KM. in Noordelijke richting gemarcheerd te hebben, bij een kudde vee gekomen, die men tegen de helling van een heuvelrij op volgde. Boven gekomen was het Zulu-leger op een af stand van 1.5 KM. opgemerkt, in een uitgestrekte linie naderende

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 304