293 met hare dekking, uit eene compagnie hulptroepen bestaande, eonigs- zina achtergebleven. Na eenigen tijd in Oostelijke richting te zijn voortgemarcheerd, werd de Noordelijke heuvelnj beklommen en de marsch daarna nog 1.5 KM. voortgezet, waarop twee karabiuiers het bericht brachten dat eene sterke Zulu-colonne in de nabijheid was en de afdeeling trachtte te onsingelen. Spoedig daarop zag men den vijand en werd bevel tot den terugtocht naar het kamp gegevendeze werd geregeld voortgezet onder het afwisselend vuren van de beide troops en na een afstand van 3 KM. te hebben afgelegd kwam men bij de (overblijfselen) van de vuurpijlbatterij. Nadat deze, steeds den kolonel Durnford volgende een afstand van ruim 4 KM. had afgelegd, had de commandant een karabinier ontmoet, die hem mededeelde, dat de bereden Basuto's ten N. van de heuvelrij in een hevig gevecht gewikkeld waren en hem aanbood een kortereD weg te wijzen om zich bij hen te voegen. Tegelijkertijd waren echter een groot aantal Zulu's op de heuvelrij verschenen, op wie een vuur pijl werd afgezonden, waarop onmiddellijk een groot aantal vijan den uit een op 90 M. verwijderd ravijntje te voorschijn kwam, een sal vo gaf dat de muildieren onhandelbaar maakte en de dekking op de vlucht dreef. In den daaropgevolgden aanval werden de commandant, 5 bedie ningsmanschappen en alle muildierdrijvers gedood. Deze worsteling was nog niet geheel afgeloopen bij de nadering van de afdeeling van den kolonel Durnford, die de Zulu's verdreef en daarop den terug tocht naar het kamp voortzette, in welks nabijheid zij tegen ongeveer 1 uur nm. aankwam en stand hield bij het riviertje ten Z O. van het kamp, alwaar de bereden infanterie en overige vrijwilligers die bij het uitrukken waren achtergebleven, zich nu bij den kolonel Durnford voegden. De twee vuurmonden van de achtergebleven sectie artillerie (1) waren bij het onder de wapens komen van den troep in batterij ge komen, front naar het Oosten, op ongeveer 350 M. van het kamp. Van hier zag men eene massa vijanden van de heuvels afdalen en op het kamp aanrukkken, waarop het vuur met een opzet van ruim (1) Eene batterij artillerie telt 3 secties (divisions) van 2 stukken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 306