296 legen gedeelte van den heuvel en zich daar nog eenigeu tijd te ver dedigen. Nadat de twee vuurmonden eenige kartetsschoten op de binnen dringende massa hadden gelost, slaagden zij er in op te leggen en naar het kamp terug te trekken. Dit was echter reeds in handen van de Zulu's, die van het Westen waren binnengedrongen en nog voor het was doorgetrokken waren bijna alle kanonniers gevallen. Bij het bereiken van den nek vond men den weg naar Rorke's drift door den vijand bezet, waarom een poging werd gedaan om over het moeielijke terrein zuidwaarts te ontkomen, alwaar een tot nog toe vrij gedeelte aan de talrijke vluchtelingen, welke zich in die richting bewogen, eene gelegenheid tot ontkomen scheen aan te bieden. De meeste dier vluchtelingen waren volslagen onbekend met het terrein, waardoor zij trachtten te ontkomen, en velen hunner wer den ingehaald en neergeveld door de Zulu's die, buitengewoon vlug ter been zijnde, op dit ongelijke terrein zelfs ruiters inhaalden. De vuurmonden konden het niet ver brengen; na 700 M. te heb- beu afgelegd, kwam men aan een diep ingesneden riviertje waar de voertuigen niet verder konden en hier werden stukrijders en paarden afgemaakt; slechts éen sergeant en twee officieren ontkwamen, één der laatstee verdronk echter later in de Buffelrivier. De meeste vluchtelingen volgden dit riviertje en trachtten ver.der de Buffelrivier, op 6 KM. van het kamp verwijderd, te bereiken. De Zulu's vervolgden echter zoo heftig dat geen onbereden Europeaan de helft van den weg aflegde; van de ruiters die de rivier bereikten verdronken velen bij hunne pogingen om den rechteroever te be reiken en werden velen nog op den linkeroever afgemaakt De overblijvendeu spoedden zich voort naar Helpmekaar. Omtrent den laatsten strijd in en om het kamp zijn weinig ver trouwbare bijzonderheden bekend. Een korten tijd na het binnen dringen der Zulu's was men handgemeen in en tusschen de tenten en wagens. De eenige compagnieën, die eenigen tijd weerstand bo den, waren de twee van den rechtervleugel en die van Younghus- band, die een kring vormden waarbij zich manschappen van andere compagnieën en uiteengeslagen korpsen aansloten. De eerste bij het kamp van het le bataljon van het 24c regi-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 309