19 Zulu's in aanraking en werd de beslissing uitsluitend verkregen door een strijd tusschen Dingan's leger en den aanhang van Panda; gesteund door verraad van een gedeelte van Dingan's leger, behaalde laatstgenoemde den 30en Januari 1840 in een uiterst bloedigen slag de over winning, tengevolge waarvan Dingan naar de Noordelijke grens van Zululand moest vluchten, waar hij spoedig daarop vermoord werd. Yan den behaalden buit, die ontzaggelijk was, werd 40000 stuks vee aan de Boeren afgestaan. Den 10en Februari werd Panda door den commandant-generaal Pretorius als vorst van Zululand geïnstalleerd, doch als leenman van de Natalsche Boeren-republiek, waaraan hij gehoorzaamheid beloofde. Zululand werd beschouwd als een onderhoorigheid van de Republiek als zuidelijke grens van het Zulurijk zou de Tugela-rivier worden aangemerkt. In het begin van het jaar 1842 werd Port Natal voor de tweede maal door eene Britsche troepenmacht bezet (de eerste bezetting had geduurd van 4 December 1838 tot 24 December 1839), thans echter voorgoed; de eerstvolgende jaren was het in Natal een voort durende strijd tusschen het goed recht der daar gevestigde Boeren, die zich in geen geval aan het Engelsche gezag wilden onderwerpen, en de Engelsche heerschzucht, die geene onafhankelijken Europee- schen staat aan zee in de nabijheid van hunne Zuid-Afrikaansche bezittingen wilde dulden. Nadat alle middelen van weerstand waren uitgeput, eindigde die strijd hiermede, dat Natal tegen het einde van 1845 bij de Britsche bezittingen in Zuid-Afrika werd ingelijfd. In de eerste jaren na de inlijving van Natal beleefde men nu, evenals vroeger uit de Kaapkolonie, een algemeenen uittocht van de Boeren, wier vrouwen als uit een mond verklaarden liever bloots voets het gebergte over te trekken, dan onder Engelsch bestuur te leven, en daar intusschen in het begin van 1848 de tegenwoordige Oranje Vrijstaat eveneens geannexeerd was, richtte die uittocht zich in hoofdzaak naar het land benoorden de Yaal-rivier (de Transvaal). Yan de 10 a 12000 zielen, welke zich in Natal gevestigd hadden, bleven er geen 1000 achter, en dat niettegenstaande gedurende den tijd hunner vestiging dorpen en kerken gesticht en belangrijke bezittin gen verworven warende zucht naar vrijheid en de afkeer van het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 30