297 ment en de laatste op het reeds vermelde terras van den Isandhl- wana-heuvel bleven bijeen en verdedigden zich wanhopig, totdat de laatste patroon verschoten was en de overblij venden, door het blanke wapen getroffen, den dood vonden. De kolonel Durnford schijnt tot het laatste toe bij de bereden troepen gebleven te zijn, die er in slaagden, den aanval des vijands ge- ruimen tijd op te houden. Toen deze zich evenwel verder uitbreidde en door het overtrekken van het riviertje benedenstrooms de bereden troepen overvleugelde en van het kamp trachtte af te snijden, ge lastte de kolonel Durnford terug te trekken, ten einde een meer ach terwaarts gelegen stelling in te nemen; dit geschiedde even voor de Zulu's de stelling in het N. O. gedeelte doorbraken. De bereden troepen, waarvan de paarden gedekt gestaan hadden in het riviertje, trokken toen een afstand van ongeveer 1300 M. terug naar den nek, waarover op dat oogenblik een stroom van vluchtelingen zich bewoog. Het steenachtig koppie ten Zuiden van den nek was echter reeds in 's vijands handen en de rechterhoorn van zijn leger begon van het Westen de insluiting te voltooien, zoodat hier de laatste weerstand geboden werd. Hier verzamelde de kolonel Durnford eenige bereden vrijwilligers, manschappen van het 24e regiment en anderen, die zich bij hem voegden om een laatsten wanhopigen tegen stand te bieden; van alle kanten met overstelpende overmacht, aange vallen, hield echter na het verschieten van de laatste patroon die tegenstand spoedig op doordat allen werden neergestooten. De kapitein Essex van den trein, een der laatsten die uit het kamp ontkwamen, verliet dit om 1 uur 30 nm. en toen, zooals nader zal blijken, de commandant Lonsdale dit om 2 uur nm. binnen reed, had elke tegenstand opgehouden, zoadat op dat uur, zij, die er het leven afgebracht hadden, op weg waren naar de Buffelrivier en Helpmekaar. Wordt vervolgd.)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 310