- 311 -
voordeel, want slaagt hij er niet in de keurmeesters te bewegen,
aitikelen van onvoldoende kwaliteit aan te nemen, welnu hij biedt
andere aan, dan wel hij vraagt (1) een herkeuringscommissie, indien
hij meent, dat de keurmeesters onredelijk zijn of te hooge eischen
stellen.
De herkeuringscommissie bestaat uit de oudste subalterne officie
ren, bij voorkeur kapiteins van het garnizoen, officieren dus die al
licht betere keurmeesters zijn. Met zich te onderwerpen aan de uit
spraak dier personen, kan de leverancier zich wapenen tegen onre
delijke eischen der keurmeesters in eerste instantie. Keuren de ar
biters de aangeboden waar ook af, welnu de leverancier is niet van
mindere conditie geworden, keuren zij ze echter goed, dan heeft de
leverancier het pleit gewonnen. Voor het gouvernement bestaat ech
ter geen waarborg tegen het aannemen door niet voor hun taak be
rekende keurmeesters van artikelen, die van onvoldoende qualiteit
zijn. En hierin schuilt o. i. het hoofdgebrek van de tegenwoordige
regeling.
Een ander gebrek is, dat de keuring der levensmiddelen voor de
troepen niet in één hand is, wat althans voor de ziekeninrichtingen
wel het geval is.
Voor de troepen keuren de officieren of onderofficieren der week,
wat in de practijk in de garnizoenen, waar meer dan één korps ligt,
ten gevolge heefr, dat de keuring korpsgewijze plaats heeft, soms
met de gevolgen, waarop Z. reeds de aandacht vestigde.
Wij zeiden daar, dat die korpsgewijze keuringen een gevolg zijn
van de practijk, aangezien de leveringsvoorwaarden niet spreken van
een korpsgewijze keuring; die kennen slechts een levering ten be-
(1) Door dit vragen geeft de aannemer te verstaan, dat hij het niet eens is met
de keurmeesters. Er is dus een „geschil" en do arbiters treden op. Biedt de leverancier
uit eigen beweging andere artikelen aan, dan erkent hij de juistheid der weigering
van de keurmeesters, en er is dus geen „geschil". De arbiters blijven dus "thuis"
Zóó luiden de voorwaarden en daar waar Z. ons vertelt, dat in zulk een geval toch
de arbiters worden geroepen, zjjn wij het met hem eens, dat zulks dwaas is niet al
leen maar ook dat die arbiters een zonderlinge rol in dat geval speelden, een rol,
hun echter niet opgelegd door do voorwaarden van het contract, maar door de auto-
riteit, die hen in commissie benoemde.