319 De hierbedoelde commissiën worden benoemd door den plaatselijken of plaatselijk militairen commandant, en voor zooveel den administratie- officier betreft op voordracht van den gewestelijken intendant. In garnizoenen, waar vorenstaande regeling in verband met het gering getal beschikbare officieren niet toepasselijk maar waar toch nog een zeker aantal troepen officieren beschikbaar is, worden de drie oudste officieren met den dienst der garnizoens-voedingcommissie belast en wel zoodanig, dat ieder op zijn beurt gedurende een maand dienst verricht. Voor de brood- en vleeschfourageeringen krijgt ieder dei- leden echter den dag. Bij geschillen met den aannemer vergadert de commissie in haar geheel en doet zij uitspraak. Indien wenschelijk rouleert de c. q. aanwezige administratie-officier, als lid der commissie, mede, de gewestelijke intendant doet hiertoe zoo noodig de voordracht. Op kleine posten waar noch de eene, noch de andere regeling mogelijk is, wordt de thans bestaande gehandhaafd, en dus ook de zoogenaamde arbiters behouden, om bij geschillen uitspraak te doen. De garnizoens-voedingcommissiën enz. fourageeren behalve het het benoodigde voor de troepen, ook hetgeen voor het hospitaal is aangevraagd, en niet behoort tot de alleen in die inrichtingen verstrekt en dagelijks ontvangen wordende artikelen, zooaismelk, aardappelen groenten, hoenders, eieren, versche visch, vruchten, kerriekruiden enz. Deze worden rechtstreeks in de hospitalen geleverd en door den administrateur gekeurd. Bij geschillen worden arbiters benoemd, bij voorkeur de leden der garnizoens-voedingcommissie. Voor de hospitalen, niet in een garnizoen gevestigd, als Pelantoengan Oenarang, Oeloe Limau Mcinis^ wordt de bestaande regeling gehandhaafd. Wat de graslevering aangaat, ook daarvoor zou de bestaande regeling gehandhaafd kunnen worden, met bepaling echter, dat bij geschillen met den aannemer drie officieren, bij voorkeur van de bereden wapens, als arbiters zullen optieden. Waar een paardenarts beschik baar is, is deze steeds lid der herkeuringscommissie. Wij zijn er ten volle van overtuigd, dat de door ons aangegeven regelingen niet altijd consequent zullen kunnen worden doorgevoerd. Maar dit kan o. i. geen bezwaar zijn, daar men desnoods voor elk garnizoen een afwijkende regeling kan vaststellen, mits vasthoudende

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 332