331
Smits zegt, dat in den W.-moesson de schepen minstens '/2 mijl
van het strand 'behooren te blijven, om bij slecht weder naar La-
boean Tring, een inham aan de Z.W.-kust van Lombok, te kunnen
vluchtenja wanneer er maar een schijn van slecht weer is, men
alles dient gereed te houden, om de kettingen te kunnen laten slippen.
Uit den kwaden reuk, waarin de reede van Ampenan in den
W.-moesson bij alle door mij geraadpleegde schrijvers staat, is vol
doende op te maken, dat zij gedurende dien tijd voor het ankeren
van oorlogsschepen en het debarkeeren van troepen ten eenenmale
onbruikbaar is.
De Heer King, een Eugelsch koopman, die van 18321848 op
Lombok heeft verblijf gehouden en te Ampenan een vrij groot han
delsetablissement bezat, schijnt, volgens Gregory, het voornemen te
hebben gekoesterd om, door het uitbouwen in zee van een hoofd,
het laden en lossen zijner goederen te vergemakkelijken; blijkbaar
is dit plan niet ten uitvoer gelegd; de aanzienlijke diepte, die men
reeds kort bij de kust loodt, de stroomingen en de brandingen zul
len vermoedelijk het werk te kostbaar gemaakt hebben.
Aangezien zulk een inrichting ook bij het ontschepen van troepen
van groot nut zou zijn geweest, moet het gemis daarvan betreurd
worden.
Yan Ampenan Z.-waarts de kust volgende, vindt men in dezelfde
bocht, waarin de baai van eerstgenoemde plaats is gelegen, nog de
reeden van Tandjong Karang en Padang Rejak (volgens de kaart
van de kapiteins S. en t. S. Padang Reah geheeten).
In geen der door mij geraadpleegde zeevaartkundige werken wordt
van deze ankerplaatsen melding gemaaktZollinger zegt dat de reede
van Ampenan niet beter is dan die van Tandjoug Karang en I adang
Reah, die ook geheel open liggen, terwijl Yan Eek van laatstgenoemde
reeden alleen zegt, dat zij goede ankerplaatsen zijn.
Uit het vorenstaande valt met voldoende zekerheid op te maken,
dat zij, ten opzichte van wind, stroom en deining, voor een debar-
kement van troepen zeker niet meer voordeelen aanbieden dan de
reede van Ampenan.
Aangezien Tandjong Karang en Padang Reah daarentegen het nadeel
hebben verder van Mataram te liggen dan dit het geval is met
Dl. I, 1801. 22