350 de militairen zich met de daad en, wat verzwarend is, en corps tegen de bevelen hunner superieuren, dan neemt de samenrotting eerst een ernstig karakter aan, en rechtvaardigt zij dan ook strenge maatregelen. Alsnu vallende onder art. 85 C. L. handelt men nu volgens dat artikel. Geeft ook het noemen van namen niets, dan is de meerdere verplicht van alle hem ten dienste staande middelen van geweld gebruik te maken. Art. 12 G. D. geeft nu juist aan wat men in acht te nemen heeft vóór men hiertoe overgaat. Hoe iemand in ernst kan verlangen, dat meergenoemd art. 12 G. D. nauwkeurig den duur der tusschenpoozen tusschen de sommaties moet aangeven, is mij onverklaarbaar. Zooals ik mij dat voorstel zullen de omstandigheden dit vrij wel doen. Ziet men bijv. dat er na de eerste sommatie neiging bestaat aan de order te voldoen, dan zal die tusschenpooze tusschen eerste en tweede sommatie natuurlijk langer duren, dan wanneer men ziet, dat de sommatie totaal geene uitwerking heeft. Met die andere gevallen van samenrotting wordt m. i. bedoeld, als de samenrotting onder andere omstandigheden plaats heeft, bijv. niet op grooteren of kleineren afstand uit het kwartier, maar in het kwartier zelf. Door toevoeging van de laatste alinea heeft men voor komen, dat superieuren zouden aarzelen volgens art. 12 G. D. te handelen, indien de samenrotting, d. i. alle samenscholing van mili tairen tegen den wil hunner superieuren, ook al volgt geen algemeene opstand, in het kwartier plaats had. Aanmaning en bevel kunnen, geloof ik, hier vrij wel geacht wor den synoniem te zijn. Zoodra er superieuren zijn die niet beseffen, dat eene preek of meerdere aanmaningen hier minder dan ooit op hare plaats zijn, loopt werkelijk de tucht gevaar, Dochzulke preekende en herhaaldelijk aanmanende superieuren handelen tegen den positieven zin van art. 12 G. D., dat spreekt van op de eerste aanmaning of het eerste bevel van eenig meerdere onvoorwaardelijk en onmiddellijk uiteengaan, enz. en later wordt gezegd: „Wordt aan het eerste bevel of de eerste aanmaning niet onmiddellijk voldaan enz." Zondigen tegen den positieven zin der reglementen is altijd verkeerd, maar in quaesties, waarbij dooden en gewonden kunnen vallen, zoo als nog kort geleden gebeurde, en wat veel ernstiger is, waar de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 363