353 nut en de onmisbaarheid van dat verbeterd wapen aanwees, dat schier in alle lauden werd ingevoerd. Het komt zoo drukte die commissie zich uit hoogst wenschelijk voor, althans eenige bataljons van het Indisch leger, en men heeft hier in de eerste plaats de in Atjeh aanwezige troepen op het oog, met repeteergeweren klein kaliber te wapenen. Bij gevechten zoo werd gezegd zooals die waarvan onlangs de mail de bijzon derheden mededeelde en waarbij de dapperheid en het élan onzer troepen opnieuw helder aan het licht kwamen, zou dat verbeterde snelvurende wapen in groote mate onze meerderheid boven den vijand verhoogen. Op die opmerkingen werd door den Minister van Koloniën in zijne memorie van antwoord gerepliceerd, dat, zoodra eene keuze van het hier te lande aan te nemen stelsel van repeteergeweren zou zijn gedaan, eenige getransformeerde geweren naar Indië zouden worden gezonden en met het legerbestuur aldaar in overleg zou worden getreden over de vraag, op welke wijze de transformatie van de Indische geweren zon zijn .tot stand te brengen. Yoor zoover zij in Europa moet geschieden zeide de Ministerzal zij eerst kun nen plaats hebben na de verandering van de geweren van het leger hier te lande, dat, met het oog op de invoering van repeteergeweren in andere landen van Europa, zeker nog meer dan het Indisch leger behoefte daaraan heeft. Het stond dus destijds vast dat het transformeeren der geweren van het Indisch leger naar volkomen dezelfde beginselen als de geweren van het Nederlandsche leger zou worden in overweging genomen. Ook van andere zijde (Militaire Spectator N°'B. 1 en 2 van 1889) is dat denkbeeld warm aanbevolen en uitvoerig verdedigd. Van verschillende kanten zijn evenwel daartegen bedenkingen in gebracht en in mijn artikel over het geweervraagstuk in Engeland en Nederlandsch-Indië (jaargang 1889 N0'8. 7 en 8) heb ook ik op tot nog toe onweersproken gebleven gronden trachten aan te toonen, dat zulk een maatregel veel te duur, bezwaarlijk uitvoerbaar en in geen enkel opzicht noodig of nuttig zou zijn. Intusschen bleek bij de behandeling van de Indische be-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 366