354 grooting voor 1890 dat van het transformeeren der geweren in Indië op de in Nederland gevolgde wijze nog niet geheel was afgezien, daar in de memorie van antwoord op het voorloopig verslag van de commissie van rapporteurs op eene betreffende de bewapening ge maakte opmerking door den Minister o. m. werd geantwoord „Evenwel bij de onderhandelingen met den uitvinder van het thans „hier te lande aangenomen stelsel van repeteergeweren, is door den „Minister van Oorlog rekening gehouden met de eischen, die hem even tueel door de Nederlandsche Regeering zouden zijn te stellen in het „belang eener spoedige toepassing van zijne vinding ook in de Neder- „landsche Koloniën." Zooals ik echter reeds ten vorigen jare mededeelde, was het bij de openbare beraadslagingen de afgevaardigde Rooseboom, die het verkeerde van die transformatieplannen aantoonde en daar ernstig tegen waarschuwde. Naar het schijnt heeft die waarschuwing, wellicht in verband met van andere zijde tegen de bestaande plannen aangevoerde bedenkingen eene gunstige uitwerking gehad, althans van die plaDnen is sedert niets meer vernomen en zonder dat dit openlijk is uitgesproken, mag men uit hetgeen bij de behandeling van de Indische begrooting voor 1891 gebleken is, toch veilig de gevolgtrekking maken, dat de transformatieplannen gelukkig geheel zijn ter zijde gesteld. In afwijking van hetgeen in de laatste jaren geschiedde, werd in de tusschen de 2e Kamer en den Minister van Koloniën na de in diening der begrooting voor 1891 gewisselde stukken de zaak in het geheel niet aangeroerd. Bij de opeubere beraadslagingen echter in de zitting van 12 De cember 1890 werd door verschillende sprekers daarop de aandacht gevestigdzoo zeide de Heer Yan Ylijmen, dat, evenmin als in den laatsten tijd het personeel vermeerderd was, ook de bewapening was verbeterd, daarbij den Minister in overweging gevende aan de infan terie een ander vuurwapen te geven en wel, in verband met de noodzakelijkheid om de meer dan 20 kilogram wegende belasting van den soldaat te verminderen, een geweer klein kaliber met een ander model bajonet. Uitvoeriger en meer tot het hart van de quaestie doordringende was de heer Rooseboomdeze zeide nl.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 367