355 „De Indische bladen hebben voor eenige maanden gemeld, dat de gou verneur van Atjeh had voorgesteld de Indische infanterie te bewapenen met repeteergeweren van klein kaliber, en eenigen tijd later meldden die bladen, dat het Indische legerbestuur en de Gouverneur-Generaal zich met dit voorstel hadden vereenigd en den Minister van Koloniën verzocht hadden cenige geweren over te zenden voor eene proefneming. „Ik weet natuurlijk niet of dit waar is. Daarom wenschte ik den Minister van Koloniën wel te vragen wat er van de zaak is. Zijn die berichten waar, dan zou ik het volgende verzoek willen doen. „De Minister van Oorlog heeft bij de memorie van antwoord op de oorlogsbegrooting geld aangevraagd voor de aanschaffing van klein kaliber geweren voor het nemen van proeven door het Nederlandsche leger. Deze zaak zou ik nu gaarne door de Ministers van Oorlog en Koloniën gezamenlijk zien behandeld; het Nederlandsche en het Indische leger moeten, mijns inziens, zoo eenigszins mogelijk, om verschillende redenen dezelfde geweren hebben. Daarom zou ik den Ministers willen verzoeken de proeven met die geweren te doen nemen door gecommitteerden uit het Nederlandsche en het Indische leger. Dan kan men, geloof ik, tot eene goede oplossing komen. „Niet goed is het dat het Nederlandsche leger een geweer aanneemt en dat men zegtnu moet gij het in Indië ook maar nemen nog minder dat men in Nederland een geweer neemt en in Indië een ander. Ik wensch den Heeren Ministers te vragen, wat van die berichten waar is en wat zij in deze voornemens zijn te doen". Nadat ook de Heer Van Vlijmen verklaard had zich geheel met de gemaakte opmerkingen te vereenigenantwoordde de Minister van Koloniën het verzoek ontvangen te hebben om verschillende klein kaliber geweren over te zenden en dat verzoek te hebben overgebracht aan den Minister van Oorlogdie daar Z. E. bij de zitting aan wezig was wellicht genegen zou zijn het antwoord te geven op de vraag, wat in deze geschieden moet. De Minister van Oorlog antwoordde toen op de gedane vragen en de gemaakte opmerkingen op de volgende wijze: „Voldoende aan het verzoek van den Minister van Koloniën, kan ik den geachten afgevaardigde uit Arnhem mededeelen, dat er inderdaad uit Indië eene aanvraag is ontvangen tot uitzending van een zeker getal klein kaliber geweren van verschillend stelselten einde daarmede te Meester Cornelis een voorloopig onderzoek in te stellen en kennis te ver-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 368