356 krijgen van hetgeen ten deze in Europa wordt verricht. Ik heb den Minister van Koloniën echter aangeraden zich tot een beperkt aantal stelsels te bepalen en zulks in verband met de uitkomsten van de hier te lande genomen proeven. Dit is echter slechts een voorloopige maat regel. Ik ben het overigens eens met den geachten afgevaardigde, dat zoo mogelijk voor Nederland en Indië eenvormigheid van geweer wensche- lijk is. „Er is geen bezwaar om, voor zoover zulks wordt verlangd en nuttig geachtenkele officieren van het Indische leger alhier de proeven met de geweren klein kaliber te laten bijwonen. Daaromtrent heeft zelfs op dit oogenblik een overleg plaats tusschen de Departementen van Koloniën en van Oorlog. „Zooals de geachte afgevaardigde terecht opmerkte, is er aanleiding gevonden om bij de memorie van beantwoording betrekkelijk hoofdstuk VIII der staatsbegrooting voor het volgende jaar gelden te vragen tot het aanschaffen van een paar honderd geweren klein kaliber, in het vertrouwen dat de daarmede te nemen proef op groote schaal tot eene keuze zal leiden, zoowel wat kaliber, als wat stelsel en buskruitsoort aangaat. Daarbij zal tevens gelegenheid bestaan, om te overwegen of voor Indië hetzelfde geweer is aan te nemen. Geheel zeker acht ik dit niet, en zelfs kan het mogelijk zijn, dat men, met behoud van het ka liber, voor Indië een enkellader boven een magazijn-geweer verkiest. In elk geval zal men uiterst voorzichtig moeten zijn in de keuze van het buskruit, want bestaat voor hier te lande nog onzekerheid omtrent de duurzaamheid van het rookzwak kruit, veel meer is zulks wegens het klimaat voor Indië het geval." „Gaarne geef ik intussehen nog de verzekering, dat in deze ook voor Indië belangrijke zaak ten volle op mijne medewerking kan worden ge rekend." Omtrent dit antwoord bracht de Heer Rooseboom nog in het mid den dat hij met eenige verwondering had gehoord, dat de Minister van meening was, dat men voor het Indische leger we) een klein kaliber geweer zal nemen, maar vermoedelijk geen repeteergeweer. Die verwondering grondde zich op de omstandigheid, dat er geen militaire mogendheid in Europa is, die thans overgaat tot het aan nemen van een klein kaliber geweer zonder dat dit tevens een repe teergeweer is of een geweer met pakjeslading. Hij meende daarom bij het aanschaffen van een nieuw geweer ernstig in overweging te

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 369