362 moeielijk en zwaar werk te verrichten, om weerstand te bieden aan de verleiding van verschillenden aard? En die verleiding is grooter dan iemand buiten het vak staande, wel weet. Yooreerst is het meten gedurende dagen achtereen in zwaar, geheel onbewoond bosch, op aanzienlijke én door allerlei onge- dierten onveilige hoogten een alles behalve verkwikkelijke arbeid, die nog te minder aangenaam wordt, wanneer men des nachts geen of een in der haast van bladeren samengesteld dak boven zich heeft en gedurende ettelijke 24 uren tot den meest primitieven mondkost verwezen is. Daar nu bij een maandelijksche of driemaandelijksche inspectie uit een product van eenige weken werk niet altijd is op te maken, of het behoorlijk aantal dagen aan terreinwerk besteed is en ervaren opnemers somsdoch dan natuurlijk tot schade van den te leveren arbeid, in één dag weten te doen, wat eigenlijk in twee dagen be hoorde te geschieden, zoo behoort er bepaald karakter toe, om weei- stand te bieden aan de verleiding, om op sommige dagen, wanneer niet veel werklust bestaat, te huis te blijven in plaats van het ter rein in te gaan. Doch er is meer. Hoe nauwgezet een brigadechef zijn taak ook opneemt, hoe ri goureus hij zijne inspectiën ook houdt, men moet de soms verschrik kelijk geaccidenteerde, in teekening te brengen terreinen zien, om te begrijpen, dat het oog van den meester onmogelijk over alles kan gaan. Er zijn gedeelten in veelhoeken, die in hun tegenwoordigen staat, niet alle door een inspecteur hunnen bezocht worden en dus, als de opnemer aan de verleiding geen weerstand bood, tehuis, rustig achter zijn teekentafel zittende, naar zijn eigen phantasie zouden kunnen worden ingeschetst. Een goed opnemer, een opnemer, zooals die waarop ik hier de aandacht wil vestigen, doet zulks echter niet; hij schroomt geen vermoeienis, geen misère, maar gaat de wildernis in, om als een pionier der beschaving, ook de gedeelten, die hij weet dat niet be zichtigd zullen worden, naar plicht en geweten, in regen en zonne schijn in teekening te brengen. Tot voor korten tijd waren de opnemers geheel onbewapend; vol-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 375