27 mandant ondervond dat op besliste wijze. In een der garnizoenen had de commandant van het subsistenten-kader bepaalddat, wanneer manschappen per scheepsgelegenheid vertrokken, de luitenant van de week zich des morgens vóór het embarkeeren aan de inschepings plaats moest overtuigen, of er ook nog reclames waren over korps aangelegenheden: soldij, kleeding, enz. De plaatselijke adjudant, die bij het embarkeeren tegenwoordig moet zijn, had dus feitelijk met dezen luitenant van de week niets te maken, doch moest alle dienstaangelegenheden, waarin hij be trokken was, afhandelen met den commandant van het vertrekkende detachement. Langzamerhand echter was het gewoonte geworden, dat deze luitenant van de week den vertrekkenden troep presen teerde aan den plaatselijken adjudant en dit was steeds goed gegaan, totdat op zekeren morgen tusschen deze officieren, beiden le luite nant, een quaestie ontstond voor het front van den troep, waarbij de luitenant van de week aan den plaatselijken adjudant beleedigende woorden toevoegde. De plaatselijke commandant, hiermede in kennis gesteld, overweegt de zaak en leest op blz. 197 van Koolemans Beijnen een vonnis van het Hoog Militair Gerechtshof in Nederland, waarbij een wachtmeester veroordeeld werd voor feitelijke insubordinatie, omdat hij een kor poraal-commandant der politiewacht had beleedigd en mishandeld. Het Hof overwoog dat die commandant van de politiewacht han delde binnen den kring zijner bevoegdheid ter uitvoering der bevelen hem krachtens de bestaande wetten of reglementen gegeven door de daartoe bevoegde macht en dus beschouwd moest worden als de vertegenwoordiger dier hoogere macht, zoodat hij als zoodanig ge hoorzaamd moest worden door een ieder, onafhankelijk van den rang, welken hij bekleedt. Op goede gronden is het mij bekend, dat de plaatselijke adjudant zijn chef trachtte te overtuigen, dat het gepleegde feit niet daarstelde insubordinatie met woorden, doch slechts een ernstige overtreding tegen de krijgstucht. Zijn HoogEd. Gestr. was evenwel van meening, dat wanneer een korporaal-commandant der politiewacht den korpscommandant ver tegenwoordigt tegenover een wachtmeester, de plaatselijke adjudant

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 38