385
op de Noordelijke heuvels kon men aldus kleine vijandelijke af-
deelingen onderscheiden.
Er werd nu halt gehouden (bij D) en het granaatkartetsvuur ge
opend tegen den nek, ten Zuiden van den Isandhlwana-heuveltoen
dit onbeantwoord bleef, werd voortgerukt tot op 270 M. en andermaal
gevuurd, terwijl het koppie, ten Zuiden van den nek, zonder tegenstand
door drie compagnieën infanterie bezet werd; de colonne trok daarop
het kamp door, dat stil en verlaten was.
Het was intusschen 8 u. 30 n. m. en volslagen donker geworden
en de troep bivakkeerde dien nacht eng aaneengesloten op den nek-
Den volgenden morgen om 4 uur v. m., nog voor het licht was
geworden, stelde de colonne zich in beweging naar Rorke's drift.
Na het afmarcheeren der centrumcolonne van Rorke's drift op den
20en Januari, was aldaar een compagnie v/h 2e bataljon 24° regiment
onder den luitenant Bromhead achtergebleven tot bewaking van de
overgangsplaats in de rivier, eenige achtergelaten zieken en eenige
voorraden. Op eene rotsachtige verhevenheid ongeveer 1000 M. van
den rechteroever bevonden zich aldaar twee steenen gebouwen met
rieten daken, toebehoorende aan Zweedsche zendelingen (PI. III). De
compagnie kampeerde in de onmiddellijke nabijheid van deze gebouwen,
waarvan het Oostelijke, vroeger als kerk gebruikt, in een magazijn
voor levensmiddelen werd veranderd en het andere, de woning van
den zendeling, als hospitaal in gebruik werd gesteld.
Een gedeelte van de colonne Durnford was den 20™ Januari te Ror
ke's drift gekomen; maar na den afmarsch daarvan naar Isandhiwana
op den morgen van den 22™ was die compagnie alleen overgebleven
met een detachement hulptroepen.
De dichtstbij zijnde troepen waren 2 compagnieën v/h 1° bat.
24e regiment te Helpmekaar op 15 KM. van Rorke's drift en den
22™ om 2 uur n. m. reed de majoor Spalding, commandant op dit
gedeelte van de communicatielijn, derwaarts om een dier compagnieën,
die reeds den 20™ Jan. had moeten oprukken, te gelasten, het kleine
garnizoen van den post te versterken.
Na het vertrek van den majoor Spalding ging het commando van
den post over op den luitenant Chard van de genie. Deze officier