386 bevond zich om 3 uur 15 n. m. aan den rivieroever bij de pont, toen twee ruiters uit de richting van Isaudhlwana kwamen aanrijden en hem op de hoogte brachten van de daar voorgevallen rampeen hunner reed door, om het bericht te Helpmekaar te brengen en de luitenant Chard spoedde zich naar den post, waar intusschen de luite- tenant Bromhead reeds eenige verdedigingsmaatregelen had getroffen op het bericht door een soldaat van de bereden infanterie gebracht. Deze maatregelen bestonden in het opruimen der tenten, het barrica deeren en van schietgaten voorzien van magazijn en hospitaal en het vereenigen van deze twee gebouwen, die op 27 M. van elkander verwijderd waren, door eene borstwering. De materialen daarvoor waren gelukig beschikbaar in een groot aantal zakken mais, waaruit de aanwezige voorraden voor een gedeelte bestonden, en uit deze werd met behulp van eenige wagens de borstwering samengesteld. De bruggewacht werd ingetrokken, aan alle beschikbare manschappen werd hun post aangewezen en alles aan het werk gezet. Iets over vieren hoorde men vuren in Zuidelijke richting en kwam het bericht dat de vijand in de nabijheid was, waarop het aanwezige detache ment hulptroepen met zijn gelegenheids-officier veiligheidshalve den post verliet. Daardoor werd het garnizoen teruggebracht tot eene totale sterkte van 8 officieren, w. o. 5 non-combattanten, en 131 miu- deren, w. o. 35 zieken, en van de validen slechts 86 Europeesche geweerdragenden der infanterie. De lengte van de geheele borstwering was te groot om lang door dit kleine garnizoeu te kunnen verdedigd worden en de luitenant Chard liet daarom dadelijk beginnen met het maken van een reduit door het aanleggen van een tweede borstwering, die een gedeelte van het geheel afsneed, vervaardigd van beschuitblikken. Dit retran- chement was nauwelijks twee blikken hoog, toen de vijand, die de rivier benedenstrooms van ldorke's drift was overgetrokken, voor den post verscheen. Het volgende bevat het officieele rapport over hetgeen er verder gebeurde van den luitenant Chard Omstreeks 4 uur 30 n. m. kwamen een 500 a 600 tal vijanden in het gezicht van achter den Zuidelijk gelegen heuvel en liepen onmiddellijk op de versterking aan. Ongeacht het hevige vuur en de daardoor ver-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 399