388 ook na verscheidene aanvallen daarop te hebben afgeslagen de Oostelijk gelegen kraal ontruimen en achter den buitenmuur daarvan terugtrekken; de toen ingenomen stelling bleef echter den geheelen nacht behouden. Het vuur bleet den geheelen nacht aanhouden en de stormaanvallen werden tot na middernacht gedurig herhaaldwij moesten van onze munitie een spaarzaam gebruik maken en het licht van het brandende hospitaal bewees ons bij het vuren goede diensten. Omstreeks 4 uur v. m. van den 23en Januari hield het vuren op en toen het licht werd, verdween de vijand uit het gezichtpatrouilles werden uitgezonden om den omtrek te doorzoeken en de wapens der gesneuvel den te verzamelen en de verdedigingsmiddelen van den post verbeterd. Terwijl wij bezig waren de brandbare dakbedekking van het magazijn af te nemen, verscheen eene aanzienlijde vijandelijke macht om 7 uur v. m. op de ten Z. W. gelegen heuvels. Ik zond daarop een inboorling met een bericht naar Ilelpmekaar, te golijker tijd om hulp vragende. Ten ongeveer 8 ure v. m. kwam de centrumcolonno in het gezicht, bij de nadering waarvan de vijand afhield." (1) Het verlies, door het kleine garnizoen geleden, bedroeg 15 dooden en 10 gewonden, dus 24°/0 van het valide gedeelte; van den vijand werden ongeveer 400 lijken in den omtrek van den post gevonden. De majoor Spalding, die den 22en Januari om 2 uur n. m. naar Ilelpmekaar vertrokken was, bereikte die plaats (15 KM om 3 uur 45 n. m. en keerde, na inmiddels de ramp van Isandhlwana vernomen te hebben, daarop met twee compagnieën v/h le bataljon -4 regiment naar Rorke's drift terug. Zelf vooruit rijdende, kwam hij tegen den avond op 4 KM. van den post, den weg door den vijand afgesloten vindende. Hij zag het zendelingshuis branden en meende hierin de bevestiging te zien van het intusschen van een vluchteling ontvangen bericht, dat de post gevallen was. Bij de infan terie teruggekeerd, gelastte hij daarom den terugmarsch naar Help- mekaar. Dit was de voornaamste depotplaats voor de centrumcolonne, alwaar groote voorraden van allerlei aard waren bijeengebracht, en bij den terugkeer der troepen om 9 uur n. m. werd daarom alles aan het (1) De beide luitenants-combattanten kregen het Victoria-kruis en werden bevor derd tot kapitein met den rang van majoor (brevet-major); ook de officier van ge- zondheid en twee kwartiermeesters werden buitengewoon bevorderd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 401