404
Het sub 6 gewenschte bureau voor den e. a. w. apotheker is er
niet, evenmin als eene plaats ter opberging van zijn archief. Hij
moet zich maar opschieten in de onwelriekende dampen, eigen aan
een laboratorium en tevens schadelijk voor zijne papieren.
Eene wachtkamer is nergens te vinden. Zij die wachten, moeten
in de brandende zon of plasregen staan, tenzij zij een plaatsje tusschen
de rijtuigen in de loodsen kunnen bemachtigen, vanwaar ze be
schreeuwd moeten worden als de medicamenten gereed zijn. De
gaanderij aan den binnenkant is te smal en de passage mag er niet
gestremd worden. Maar er is nog meer dat ongeriefelijk is. Het
laboratorium ligt tusschen de apotheek en het magazijn ter opberging
der geneesmiddelen. Het in- en uitgaan is iets noodzakelijks dat elk
oogenblik voorkomt! Het steeds loopen door het laboratorium is
zeer storend voor den e. a. w. apotheker en zelf streng verboden
als er een gerechtelijk scheikundig onderzoek wordt gedaan. Of
schoon 't niet in de bedoeling kan liggen, is net omloopen door het
tiesschenhok nu aangewezen, wat vooral 's nachts zeer onaangenaam
en tijdroovend is. Het gemak van in elkaar loopende lokalen is
dus zeer problematisch. Het oog van een apotheker had deze feilen
en ongemakken onmiddellijk gezien, terwijl ze den niet belanghebbende
zeer gemakkelijk ontgaan.
Art. 39. Het laatste gedeelte van dit artikel stemt niet geheel
overeen met het eerste. Als het bedieningspersoneel van de apo
theek gerequireerd wordt uit het bedieningspersoneel van het hospi
taal, dan is er van aanstellen door den e. a. w. apotheker geen
sprake. Hoogstens kan aan zijn verzoek, om een door hem aan te
wijzen bediende in de apotheek te plaatsen, voldaan worden, maar
dan blijft hij altijd-afhankelijk van de goedheid van den chef v. d.
ziekeninrichting. Dikwijls komt het voor dat onder het zalen-
personeel geen geschikte Inlanders zijn. Velen willen nl. wel in de
apotheek, maar niet op de ziekenzalen werkzaam zijn Deze worden
echter door den chef v. d. ziekeninrichting niet aangenomen. De
belangen van de apotheek gaan dus niet zamen met de belangen van
de andere afdeelingen van de ziekeninrichting; maar met het regle
ment, nu in gebruik, in de handen behoeft daar geen onderscheid tus
schen gemaakt te worden. Een paar voorbeelden dienen, om dit