405 duidelijk te maken. Stel eens dat een uitstekende bediende uit de apotheek zich tijdens den dienst ziek meldt, kwartierziek van den off. v. gez. v. d. wacht krijgt en zich den volgenden dag nog niet beter zijnde weer ongesteld meldt bij den e. a. w. apotheker, ineenende dat deze zijn onmiddellijke chef is, dan kan hij door den chef van de zieken inrichting ontslagen worden, omdat hij, als niets met den e. a. w. apotheker te maken hebbende, zich bij dezen verder had ziek gemeld in plaats van bij dien chef. Of een andere jongen, tal van jaren in de apotheek werkzaam, ontbreekt zonder kennisgave bij den dienst en wordt beboet en ge waarschuwd voor het vervolg. Spoedig daarop ontbreekt hij weer en wordt hij ontslagen. In beide gevallen wordt misschien streng reglementair gehandeld, maar de apotheek beroofd van zijne beste handlangers. In het eerste geval doordat de apotheker zich vergist, in het tweede geval omdat de bediende zich schuldig maakt aan iets dat nu eenmaal op die wijze gestraft wordt. De apotheker zou in het belang van dienst en werkzaamheden eene andere wijze van straffen toepassen en zich wel wachten de'bedienden dadelijk te ontslaan, wetende hoe moeilijk het is een goeden bediende te krijgen en te vormen en hoeveel waarde deze heeft als hij tal van jaren in een apotheek dient. Daar bij de opvatting om streng op te treden willekeur en persoonlijke ver houding niet is uitgesloten, moet de apotheker in de keuze van zijn per soneel vrijgelaten worden. Artikel 39 moet daarom als volgt luiden „Voor elke apotheek wordt eene bepaalde formatie van bedien den vastgesteld, bestaande uit militairen, vrije bedienden en ket- tinggangers. De militairen en kettinggangers worden door den chef van de ziekeninrichting aangewezen. De eersten worden zoo mo gelijk gekozen uit hen die reeds in een apotheek werkzaam zijn geweest. Er moet ten minste één gegradueerde geplaatst worden om de geneesmiddelen op de zalen te kunnen distribueeren. „De vrije bedienden worden aangesteld en ontslagen door den e. a. w. apotheker. Ook straft hij hen volgens de bepalingen. Van een en ander geeft hij den chef van de ziekeninrichting schriftelijk kennis. De onderofficier van politie geeft den e. a. w. apotheker kennis als een der geëmplooieerden op het appel heeft ontbroken."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 418