-80- wel door het aantal vakken, waarin hij les geeft. En als men deze beide factoren met elkander vergelijkt, komt men tot de conclusie, dat aan deze inrichting van onderwijs, zal dit laatste goed zijn, slechts officieren geplaatst kunnen worden, aan wier intellectueele vermogens zulke hooge eischen gesteld moeten worden, dat slechts weinigen daaraan kunnen voldoen. Om een goed begrip te hebben van de heerschende jurisprudentie, is het een onmisbaar vereischte, dat men kennis neemt van de over wegingsredenen der gewezen vonnissen. Een verzoek om ten behoeve van de Militaire School afschrift te ontvangen van deze vonnissen kon niet worden ingewilligd. Hoe weinig, zonder deze gegevens, een instructeur berekend is voor zijn taak, wil ik met een enkel voorbeeld toelichten. Bijna ieder kent de geschiedenis van art. 95 C. W. In het Indisch Mil. Tijdschrift van 1886 deel I kan men een beschouwing over dit wetsartikel lezen, volgens welke over dit artikel een merkwaardige pennestrijd gevoerd is tusschen het Hoog Militair Gerechtshof aan de eene zijde en den Advocaat-Fiscaal; den Directeur van Justitie, den Commandant van het Leger en den Gou verneur-Generaal aan de andere zijde. Deze strijd is door het Hoog Militair Gerechtshof schitterend gewonnen, doch daar niet ieder het I. M. T. bij de hand heeft, wil ik in het kort de zaak aanstippen. Art. 95 C. W. bedreigt straf tegen elk militair, die uitdrukkelijk weigert of opzettelijk nalaat de orders, hem door een meerdere in rang gegeven, op te volgen: 1°. in een affaire tegen den vijand, of in een' belegerde of berende plaats 2°. in andere gelegenheden (dus in tijd van vrede). >- Yolgens Mr. Pols is dit artikel zoo positief, dat een mindere zelfs strafbaar is wanneer hij weigert zijn gelaat te trekken in de plooi door den meerdere bevolen, tengevolge waarvan reeds van jaren her waarts een streven is te ontdekken in de juridische overwegingen, om de gestrengheid er van te temperen. Toch was het voor Ned.-Indië niet streng genoeg, ten minste er waren zooveel soldaten, die zich voor eenvoudige dienstweigering met een lichte kruiwagenstraf lieten straffen en daardoor zich wisten te

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 41