411 breuk geleden. Wil irieii zich niet opnieuw aan eén échec bloot stellen, 't zij zoo! maar die diensten bovendien nog reglementeeren dat mag niet! Zich er bij neerleggen als men niet volgens recht en billijkheid behandeld wordt, dat kan; maar den weg wijzen hoe die aangename bejegening kan voortgezet worden, laat niemands waardigheid toe! Art. 128. Het stelsel nu bij de medicijnljjsten gevolgd is verkeerd en eischt onvoorwaardelijke herziening en verbetering. Aan den eenen kant strijdt het opbergen in het archief van den chef v. d. ziekeninrichting van de medicijnlijsten, waar recepten opgeschreven zijn, tegen het beginsel om den apotheker tot die bewaring te ver plichten, ja hem verantwoordelijk te stellen voor de goede bezorging; aan den anderen kant strijdt het tegen de belangen van den admi nistratieven dienst die opberging door den apotheker te doen ge schieden, omdat vaak inzage van die lijsten op de bureaux moet plaats vinden. En hoe komt dit? Eenvoudig omdat één stuk papier ge bruikt wordt waar twee noodig zijn. Op dit eene papier zijn twee zaken behandeld, die niet bij elkaar behooren, ja zelfs ten strengste van elkaar gescheiden moesten zijn, nl. administratieve, patholo gische en therapeutische aanteekeningen eener- en medicamenten an derzijds. Zoodra deze gescheiden zijn, kunnen de recepten aan den apotheker, de andere aanteekeningen aan den chef van de ziekeninrich ting in bewaring gegeven worden. Hiertoe wordt het volgende bepaald „Elke zaal bezit AMedicijnlijsten in boekvorm aaneengehecht, waarop door den behandelenden geneesheer eiken dag de recepten voor de lijders van die zaal onder elkaar geschreven worden. Deze worden naar de apo theek ter gereedmaking van het voörgeschrevene gezonden. „B. Yoor eiken lijder een ziekenlijst, waarop vermeld worden de datum van opname, ouderdom en andere administratieve bijzonderheden en de diagnose, ziektegeschiedenis, enz., en in 't kort de therapie. Deze worden in een kast op de zaal geborgen. Op deze wijze bestaat er geen kans meer dat de apotheker voorschriften over het hoofd ziet, omdat deze gescheiden zijn door geheele ziektegeschiedenissen, temperatuur-opnamen, stoelgang-opgaven enz., dat hij inzage krijgt yan zaken, die hem niet aangaan en den arts zelf verboden is te Dl. I, 1891 27

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 424