DE STAND YAN HET GEWEER VRAAGSTtK YOOR NEDERLANDSCH-INDIË Vervolg en slot van blz. 359.) Van meer belang is hetgeen de Minister in zijne memorie mede deelde in antwoord op de opmerkingen en den aaudrang betreffende de invoering van een nieuw geweer klein kaliber met rookzwak buskruit. De ondergeteekende zoo verklaarde de Minister is zich ten volle bewust van het hooge belang dat in eene spoedige beslissing betreffende de invoering van een geweer klein kaliber en van het zoogenaamde rookvrije buskruit is gelegen. Hij kan dan ook volmondig bevestigend antwoorden op de vraag door sommige leden der Staten-Generaal gedaan, namelijk of hij eene dergelijke beslissing noodig acht, waar men nagenoeg in geheel Europa, ook in kleine staten als in België, Zwitserland en Dene marken, ons op dien weg reeds is voorgegaan. Toch vermeent de ondergeteekende er de aandacht op te moeten vesti gen dat, zooals terecht in de laatste alinea van het gestelde onder 1 van het voorloopig verslag is vermeld, voorbarigheid in de keuze van het stelsel moet vermeden worden. Die overweging moet geenszins leiden tot uitstel, maar wel tot om zichtigheid en tot nauwgezet onderzoek. Somwijlen toch verneemt men, dat besluiten, elders onder den druk van zekere omstandigheden, met eenige overhaasting genomen, wel eens aanleiding geven tot bezwaren, die men, bijaldien die aangelegenheid rijper had kunnen worden overwogen, wellicht had kunnen vermijden. Bovendien is het toch ook raadzaam nauwkeurig onderscheid te maken tusschen het oogenblik, waarop in gemelde rijken de keuze van het aan te nemen geweer is geschied en dat waarop de geweren met munitie in voldoend aantal voorhanden zijn om de infanterie daarmede te bewapenen. Al is dan ook in de staten, in het voorloopig verslag genoemd, na lang durige studie en onderzoek, het geweerstelsel aangenomen waarmede al-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 428