31 onttrekken aan hun loopend dienstverband, dat de toestafd beden kelijk werd. De Minister van Koloniën besliste in bovengenoemden pennestrijd, dat bij wijze van proef de militairen voor gewone dienstweigering (in tijd van vrede en niet in gewapenden dienst) disciplinair moesten wor den gestraft en dat de onwilligen na herhaalde bestraffingen moesten worden gezonden naar een strafdetachement, alwaar de rietslagen hun betere manieren zouden leeren. Behalve de bovengenoemde autoriteiten, kon het meerendeel der officieren zich niet met deze wetsuitlegging vereenigen, omdat men de eigenlijke quaestie voor hen in dien tijd verborgen hield en men hen alleen op juridische gronden trachtte te overtuigen, dat de woor den „in andere gelegenheden" van art. 95 C. W. betrekking had den op eigenlijk gezegde militaire verrichtingen, maar dat daarentegen bij onwil bij het verrichten van diensten, die bij reglementen van inwendige orde zijn voorgeschreven (bijv.: corveeën) slechts een dis ciplinaire straf kan worden opgelegd. Had men aan de officieren eenvoudig inlichting gegeven omtrent dezen „merkwaardigen pennestrijd", velen zouden met het practisch inzicht van den Minister zijn medegegaan, hoe weinig zulke proeven uit een rechtskundig oogpunt ook te verdedigen zijn; door de over- wegingsredenen van het H. M. G. liet niemand zich overtuigen. De plaatselijke commandanten mochten evenwel een schuldige voor den krijgsraad trekken, de krijgsraad mocht hem veroordeelen, niets hielp, want het H. M. Gt. sprak hem vrij en verwees hem naar den disciplinairen rechter. De zienswijze van den Minister werd gehandhaafd op een wijze, die de krijgstucht op ergerlijke wijze ondermijnde. Want het moei lijke van de zaak was juist om den onwillige bij een strafdetache ment te krijgen. Men schrijft dat wel gemakkelijk op papier, maar men voert dat minder gemakkelijk uit. De onwillige moet hiertoe eerst geplaatst worden in de 2<= klasse van militaire discipline bij zijn korps en eenmaal hierin, moet hij minstens driemaal met een provoost- of cachotstraf gestraft worden, om in de termen te vallen voor plaatsing bij een strafdetachement. Hij kon dus minstens 4 maal dienst weigeren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 42