427
Een nadeel is het daarbij dat, zooals uit het vorenstaande reeds
gebleken is, intusschen het voortgezet onderzoek naar een nieuw ge
weer met rookvrij buskruit nog niet tot eene oplossing heeft geleid
en het zich laat aanzien, dat die oplossing zich ook nog wel eenigen
tijd zal laten wachten,
Hoe het daarmee staat, is reeds voldoende gebleken uit hetgeen
ik daaromtrent aan de hand van de officieele gegevens mededeelde.
Wanneer men daarbij let op den toestand elders, dan is het geens
zins te verwonderen, dat uit den boezem van de volksvertegenwoor
diging bij herhaling en met den meesten nadruk op eene bespoe
diging van het aanhangige onderzoek en op eene beslissing is aan
gedrongen, in de overtuiging, dat daarna zeker nog wel een paar
jaren zullen moeten verloopen, alvorens eene nieuwe bewapening zal
kunnen worden ingevoerd en gedurende al dien tijd zooals trouwens
door den Minister van Oorlog zelf is gezegd de toestand van dien
aard is, dat die nagenoeg niet zou gedoogen, de infanterie ter be
scherming van den vaderlandschen bodem tegen de troepen van andere
rijken te doen optreden.
Ook voor Indië was het wederom de 2e Kamer en speciaal de
afgevaardigde Rooseboom, die reeds meermalen van zijne gewaar
deerde en van kennis van zaken getuigende belangstelling in Indische
militaire aangelegenheden heeft doen blijken, die de zaak op het tapijt
bracht en daaromtrent naar mijne meening zeer juiste opmerkingen
ter overweging van de Ministers van Koloniën en Oorlog aanbeval,
waarbij zich ook de afgevaardigde Yan Vlijmen geheel aansloot.
Uit hetgeen de Heer Rooseboom opmerkte en uit het daarop ont
vangen antwoord een en ander reeds in den aanvang van dit op
stel medegedeeld blijkt, dat uit Indië geweren voor het nemen
van proeven zijn gevraagd en dat deze ook derwaarts zullen worden
gezonden, maar tevens, dat dit slechts een voorloopigen maatregel
betreft, die blijkbaar niet ten doel heeft het kiezen van een nieuw
geweer tot bewapening van het Indische leger.
Uit hetgeen de Minister van Oorlog verder zeide blijkt tevens, dat
naar zijne opvatting het thans in Nederland aanhangige onderzoek
ook zal kunnen of moeten dienen tot het doen eener keuze voor
Indië, omdat dezelfde bewapening voor Nederland en Indië gewenscht
Dl. I, 1891. 28
