429 proeven ook te doen overwegen of beslissen, of het voor hetNeder- landsche leger gekozen geweer ook voor Indië zal kunnen dienen. Maar dan ook bestaan er, naar het mij voorkomt, alle redenen om te handelen overeenkomstig het zaakkundig advies in de 2e Kamer door de Heeren Rooseboom en Van Vlijmen aan de Ministers van Oorlog en Koloniën bij de behandeling der Indische begrooting ge geven; daarin bestaande de proeven met repeteergeweren klein ka liber, waarvoor thans op hoofdstuk VTII der staatsbegrooting gelden zijn toegestaan, te doen nemen door gecommitteerden uit het Indische en het Nederlandsche leger, daar dit de weg is om in's lands belang tot eene goede oplossing van deze belangrijke aangelegenheid te geraken. Alhoewel dit niet bepaald gezegd is, schijnt het toch in de be doeling te liggen in dien geest te handelen, zoodat er alle kans be staat, dat, bij het nemen eeuer eerlang te verwachten beslissing, ook op de behoeften van het Indische leger zal worden gelet. Daarmede zal dan wel de zaak niet definitief beslist zijn, aange zien een nader in Indië voortgezet onderzoek met het oog op de munitie dan nog zal noodig zijn, maar men zal dan toch eene be langrijke schrede op den goeden weg voorwaarts gedaan hebben. s'Hage, Dec. 1890. E. K. A. de Neve.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 442