EENIGE BESCHOUWINGEN OMTRENT HET MILITAIR ONDERWIJS IN NEDERLANDSCH OOST-IN DIË. Het doel van dit schrijven is opnieuw de aandacht te vestigen op bovengenoemd onderwerp, dat nu van te meer belang is, omdat wij aan den vooravond staan van eene geheele reorganisatie. "Van het hoogste belang is het, wij kunnen het gerust herhalen, in publieke geschriften den ophanden zijnden ommekeer in het Militair Onderwijs te bespreken, want het gaat hier geheel anders dan in het moederland, waar de volksvertegenwoordiging haar zegel moet hechten aan de pas voorgestelde regeling. En, dat deze hare taak ernstig opvat en niet voetstoots alles goed keurt wat door het Departement van Oorlog is voorgesteld geworden, getuigen de gewisselde nota's van vakmannen als Seijffardt en Roose boom, de breedvoerige bespreking en tal van veranderingen, die in het oorspronkelijke wetsontwerp zijn gebracht. Eene dergelijke controle, als ginds in Nederland, nu bestaat hier niet. Wat zal er gebeuren als van Regeeringswege de last tot reorganisatie van het M. O. is verstrekt geworden Zal het Departe ment van Oorlog eene commissie benoemen of eenvoudig aan den direc teur der Militaire School te Meester Cornelis opdragen eene regeling te ontwerpen? Wie nemen er in het eerste geval in die commissie zitting? Vakmannen zooals de Majoor Rink kunnen wij niet veel aanwijzen. Wordt in het laatste geval de regeling aan den directeur overgelaten, is deze dan bevoegd? De tegenwoordige zeer zeker, maar deze staat op het punt bevorderd te worden tot den majoors rang en wie komt na hem Met het oog op de weinige keus wellicht iemand, die zelf nog zijne sporen op paedagogisch gebied moet verdienen. O. i. zou eene commissie de voorkeur verdienen, in dat geval weten twee meer dan een.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 443