432
contingent te blijven, en 2° te zorgen, dat de officieren van dc M.
S. afkomstig, wat ontwikkeling betreft, niet behoeven achter te staan
bij hunne collega's uit Nederland. Slaagt men in geen van beide
gevallen (het laatste is in den regel een gevolg van het eerste, want
hoe meer stof, hoe meer keuze), dan zullen de tegenstanders der
Mil. School opkomen en beweren, dat deze inrichting geen recht van
bestaan heeft.
Dat er zijn, die zulk een meening voorstaan en nog wel mannen,
wier namen een goeden klank hebben op het gebied van militair
onderwijs, blijkt uit het ontwerp van wet tot regeling van het M. O.,
voorkomende in den Mil. Spectator van 1887, le aflevering, waarin ge
zegd wordt door de ontwerpers, de Heeren Booms, Van Dam van
Isselt, Hubrecht en L. Mulder:
„Uit het staatkundig oogpunt is het bovendien hoogst wenschelijk,
„dat de officieren voor het Indische leger in Nederland worden opgevoed
„in dien echt nationalen zin en doortrokken van die nationale beginselen,
„waardoor zij ginds ware vertegenwoordigers van het moederland zullen
„zijn, die tusschen dit en de koloniën een hechten onverbreekbaren
„band vormen."
Schoone woorden, maar bij eene aandachtige nalezing van zoo
weinig beteekenis; immers om in dien echt nationalen zin te worden
opgevoed, is het niet voldoende, dat een jongen eerst op zijn llc
of 12e jaar naar Nederland vertrekt om daar onder toezicht van
vreemden vaak, die zich ohzoo weinig aan Indische kinderen laten
gelegen liggen, van die nationale beginselen doortrokken te worden.
Wij willen gaarne toegeven dat eene opleiding in Nederland de
voorkeur verdient boven die in Indië, maar de meeste ouders zijn
verplicht om financieele redenen öf hunne kindereD in het geheel
niet naar Holland te zenden öf zeer laat.
Zelfs al stelde men van Regeerings wege jaarlijks een som disponibel
voor vrijen overtocht voor een bepaald aantal jongens naar Neder
land, dan zijn daarmee nog de niet bevoorrechten, d. w. z. de niet
gekozenen, niet gebaat.
Bovendien, handelt de Regeering billijk met de opleiding voor
ambtenaar bij het Binnenlandsch Bestuur eveneens niet uitsluitend in
Nederland te doen plaats hebben