435 andore veel beter geregeld kunnen worden, men zal niet zoo met het onderwijzend personeel sukkelen als thans het geval is, maar het neemt het gebrek in den aanvoer niet weg. Vóór 1889 diende de toenmalige directeur der Mil. School, de tegenwoordige majoor Rink, een ontwerp-regeling aan het D. v. O. in betreffende eene reorganisatie van het Militair Onderwijs. In be ginsel werd hierin voorgesteld aansluiting van het middelbaar onderwijs bij het Militaire. Het toelatings-examen voor de Mil. School zou over dezelfde vakken loopen als nu het overgangs-examen van het 3e naar het 4e studiejaar der Hoogere Burgerschool; de Mil. School zou 4 studie jaren bevatten, in de eerste twee jaren zou de tijd voornamelijk aan de militaire vorming worden besteed, zoomede aan de voor naamste vakken die in de twee hoogste jaren aan eene Hoogere Bur gerschool met 5 jarigen cursus worden onderwezen. De laatste 2 jaren zouden zuiver aan vakstudie zijn gewijdna de overgangs-examens detacheering gedurende eenigen tijd bij de korpsen; verder stond eene uitmuntende regeling van het onderwijzend personeel op den voorgrond, was er gebroken met het heillooze hulp-in structeurschap en tal van bijzonderheden meer. Het is te hopen, dat bij eene eventueele reorganisatie, die ontwerp-regeling tot grond slag der besprekingen moge worden genomen. Maar men wachte niet met den toestand te laten, zooals hij nu is, tot hals over kop een nieuwe regeling moet worden toegepast, maar men beginne nu reeds en liefst dadelijk met den bestaanden toestand geleidelijk te doen overgaan en de gebreken, die het tegen woordige stelsel aankleven, uit den weg te ruimen. Het ligt niet in ons plan in détails af te dalen, kleine gebreken en veranderingen kunnen door de hierna te noemen commissie wor den veihoipen; de hoofdpunten wenschen wij echter te releveeren en vatten ze in drie onderdeelen samen Eerstens. De voorbereidende cursussen van Mr. Cornells en van Magelang worden bij de Mil. School aan getrokken en wel in den loop van het cursusjaar 1891/92. Tentweede. De positie der adspirant-officieren wordt opnieuw geregeld en bepalingen gemaakt voor hen, die

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 448